nieuws

Frankrijk wil in december akkoord over EU-klimaatplan

nieuws
De milieuministers van de Europese Unie hebben in Luxemburg de beslissende fase van de onderhandelingen over het actieplan tegen klimaatverandering aangevat. Ondanks de schaduw van de financieel-economische crisis en het uitgesproken verzet van Polen en Italië lijkt het Franse EU-voorzitterschap vastberaden om tegen december een akkoord te bereiken. Onder impuls van Duitsland dienen er zich intussen wel steeds concretere maatregelen ter bescherming van de industrie aan.
21 oktober 2008  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:05
De milieuministers van de Europese Unie hebben in Luxemburg de beslissende fase van de onderhandelingen over het actieplan tegen klimaatverandering aangevat. Ondanks de schaduw van de financieel-economische crisis en het uitgesproken verzet van Polen en Italië lijkt het Franse EU-voorzitterschap vastberaden om tegen december een akkoord te bereiken. Onder impuls van Duitsland dienen er zich intussen wel steeds concretere maatregelen ter bescherming van de industrie aan.

De milieuministers bogen zich over de meest omstreden maatregelen die de Europese Commissie heeft voorgesteld om de uitstoot van CO2 in de Europese Unie tegen 2020 met 20 procent in te dijken. Eerder dit jaar werd het plan nog positief onthaald door de lidstaten, maar de kredietcrisis en de verslechterende economische conjunctuur wegen steeds nadrukkelijker op de Europese ambities. Vooral Italië en een groep Oost-Europese landen onder aanvoering van Polen gingen vorige week op een Europese top in Brussel zwaar op de rem staan.

Het Franse EU-voorzitterschap en de Europese Commissie bevestigden maandag echter dat ze koste wat kost een akkoord willen bereiken tegen december. "De staatshoofden en regeringsleiders hebben ons vorige week niet de opdracht gegeven om de maatregelen uit te stellen. Ik merkte vandaag bij de lidstaten een sterke wil om de onderhandelingen te intensifiëren. We hebben anderhalve maand om een akkoord te vinden", zo reageerde de Franse minister Jean-Louis Borloo op de aanhoudende vertragingsmanoeuvres vanuit Warschau en Rome.

De Italiaanse minister Stefania Prestigiacomo pleitte maandag in Luxemburg voor een grondige evaluatie van de kostprijs van de maatregelen en de verdeling van de inspanningen onder de lidstaten. Zo'n evaluatie zou er ten vroegste volgend jaar kunnen komen. Ook haar Poolse collega Maciej Nowicki kantte zich tegen de deadline van december. Volgens hem moeten de lidstaten het unaniem eens worden over de maatregelen. België en andere voorstanders van de voorstellen van de Commissie houden dan weer staande dat de lidstaten met gekwalificeerde meerderheid beslissen, in samenspraak met het Europees parlement.

Eurocommissaris voor Milieu Stavros Dimas wees erop dat de geloofwaardigheid van de Europese Unie op het spel staat. "Europa wil inzake de strijd tegen klimaatverandering een voorbeeld zijn voor de rest van de wereld. Als we er niet in slagen onderling een akkoord te bereiken, wordt onze positie verzwakt tijdens de internationale onderhandelingen in Poznan in december en in Kopenhagen eind volgend jaar", zei Dimas. Investeringen in hernieuwbare energiebronnen vormen volgens hem "een deel van de oplossing" om Europa uit de eoconomische crisis te halen.

Borloo en Dimas hebben nog anderhalve maand tijd om een oplossing uit de bus te toveren. Dat wordt geen sinecure, want de economische belangen zijn immens en de lijst van knelpunten is groot. Zo staan vele lidstaten argwanend tegenover het voorstel dat bedrijven uit vervuilende industriële sectoren vanaf 2013 CO2-uitstootrechten niet langer gratis ontvangen, maar moeten aankopen op veilingen. Indien ondernemingen elders ter wereld geen gelijkaardige inspanning moeten leveren, zouden deze dure rechten immers de concurrentiepositie van de Europese industrie ondermijnen.

Duitsland en andere lidstaten eisen gratis uitstootrechten voor kwetsbare sectoren als de staalindustrie. Borloo lijkt alvast tegemoet te komen aan de eis van Berlijn om nu reeds "kwalitatieve en kwantitatieve criteria" vast te leggen die moeten bepalen welke sectoren in aanmerking komen. Een sector zou bijvoorbeeld gratis uitstootrechten ontvangen indien zou blijken dat de kostprijs van hun product met tien procent toeneemt in vergelijking met die van de concurrentie. Tegen midden 2009 zou dan een precieze lijst van sectoren worden opgemaakt.

De Oost-Europese landen hameren intussen op erkenning voor de inspanningen die ze in de loop van de jaren negentig gerealiseerd zouden hebben. Ze eisen meer bepaald dat 1990 in plaats van 2005 als referentiejaar zou gelden voor nationale reductiedoelstellingen. Zo zouden ze een minder grote inspanning moeten leveren. Daarnaast blijven de Oost-Europese landen strijden voor uitzonderingen op het voorstel dat de elektriciteitssector vanaf 2013 100 procent van de CO2-uitstootrechten moet betalen. Dat dreigt bijvoorbeeld in Polen gigantische prijsstijgingen en de sluiting van talrijke vervuilende kolencentrales in de hand te werken. Bovendien bestaat het risico dat de productie én de CO2-uitstoot zich verplaatst naar derde landen, bijvoorbeeld naar Rusland.

De Brusselse milieuminister Evelyne Huytebroeck is "ongerust" over de harde opstelling van Polen. "Polen heeft in enkele maanden een zware bocht genomen. Ze zijn bezig hun eigen conferentie in Poznan te ondermijnen. Op basis van wat ik hoorde, lijkt het me weinig waarschijnlijk dat er binnen anderhalve maand een akkoord is, maar misschien probeert Polen de lat gewoon hoog te leggen om zoveel mogelijk binnen te halen".

Huytebroeck, die België vertegenwoordigde op de ministerraad, pleitte voor een sterkere frontvorming tussen de Scandinavische landen, Spanje, Nederland en andere voorstanders van de Commissieplannen.(KS)

Bron: Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek