Europa wil Parma-ham en Roquefort-kaas terug

Producenten van Europese kwaliteitsproducten met een specifieke geografische aanduiding ondervinden al te vaak hinder wanneer ze hun waren in derde landen aan de man willen brengen. Ofwel is de naam van het product in kwestie door een lokale producent als handelsmerk geregistreerd; ofwel worden de producten als generisch beschouwd.

"Oneerlijk", zo vindt Europees landbouwcommissaris Franz Fischler. "Het is gewoonweg niet aanvaardbaar dat de Europese Unie haar echte Italiaanse Parma-ham niet kan verkopen in Canada omdat de merknaam Parma-ham voorbehouden is aan een ham die ter plaatse wordt gemaakt". Ook in de Verenigde Staten, Australië en Nieuw-Zeeland wordt vaak misbruik gemaakt van Europese kwaliteitsnamen.

Europa wil het probleem aankaarten op de WTO-onderhandelingen die in september van start gaan in het Mexicaanse Cancun. De Commissie hoopt dat vele ontwikkelingslanden het initiatief steunen. Ook namen als Darjeeling-thee (India) of Antigua-koffie (Guatemala) hebben immers baat bij een adekwate bescherming.

De Europese strategie is tweeledig. Enerzijds schuift men een lijst van 41 producten naar voren waarvan de namen nu reeds misbruikt worden in andere werelddelen. Europa eist opnieuw de exclusiviteit over die geografische aanduidingen. In tegenstelling tot handelsmerken zijn de namen immers onlosmakelijk verbonden met de regio, die borg staat voor een bepaalde kwaliteit.

Om het probleem helemaal uit de wereld te helpen, pleit de EU in tweede instantie ook voor de oprichting van een register voor producten met een geografische aanduiding. Ook hoopt Europa de bestaande bescherming voor wijnen en sterke dranken uit te breiden naar andere producten.

Op het lijstje van 41 prijken bekende namen als Gorgonzola, Prosciutto di Parma, Feta, Marsala, Porto, Bordeaux en Champagne. Belgische namen heeft de EU niet weerhouden.