EU en VS verdedigen katoenbeleid

De vier landen hebben daarom de onmiddellijke ontmanteling gevraagd van de interne steun aan Europese en Amerikaanse landbouwers. De vraag is onderzocht op de eerste dag van de ministeriële conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WHO) in Cancun.

"De Europese Unie is de grootste invoerder van katoen ter wereld", stelde Europees commissaris voor Handel Pascal Lamy. De Fransman benadrukte dat het katoen vrij van heffingsrechten en zonder invoerquota op de Europese markt geïmporteerd wordt. De export van katoen vertegenwoordigt maar een klein deel van de wereldproductie. "Om en bij de 2 procent", aldus Lamy.

De Verenigde Staten, die zich eveneens de grootste invoerder van katoen noemen, lieten in een communiqué weten dat hun invoerquota in 2005 zouden verdwijnen. De Amerikanen benadrukten dat de katoenprijs tevens door andere factoren beïnvloed wordt, zoals de concurrentie bij synthetische stoffen.

Hulporganisatie Oxfam is het niet eens met de verklaringen van de EU en VS. Volgens Oxfam geven de Verenigde Staten jaarlijks 3,9 miljard dollar uit om hun 25.000 kantoenproducenten te steunen, ten nadele van zowat 10 miljoen Afrikaanse landbouwers. De Europese toelagen bedragen 700 miljoen dollar. Die vloeien vooral naar Griekenland en Spanje, aldus Oxfam.

Lees hier de eerdere berichtgeving over de WTO-conferentie in Cancun.