Duitse kartelwaakhond verbiedt melkprijsvergelijkingen

De Duitse mededingingsautoriteit oordeelt dat actuele melkprijsvergelijkingen een inbreuk zijn op het Duitse kartelrecht, meldt AgriHolland. Een vergelijking maken van de gemiddelde door de zuivelverwerkers uitbetaalde melkprijzen mag wel als de prijzen ten minste zes maanden oud zijn, omdat het actuele prijsniveau daar niet meer door wordt beïnvloed. Ook tot marktinformatie samengevoegde melkprijzen mogen.

Marktinformatiesystemen kunnen het Duitse kartelrecht overtreden wanneer zij de onzekerheid over het marktgebeuren verminderen zodat de concurrentie wordt beperkt. Markttransparantie rond melkprijzen kan dus een mededingingsprobleem worden wanneer dit de concurrentieprikkels vermindert of de vorming van een kartel bevordert.

Het Bundeskartellamt vindt dat de geopenbaarde melkprijsgegevens van individuele zuivelbedrijven en de hieruit ontstane markttransparantie de ‘geheime’ concurrentie tussen zuivelondernemingen voor boerderijmelk verder reduceert. Zo hebben grote particuliere zuivelbedrijven bij het sectoronderzoek aangegeven dat zij zich bij hun melkprijs oriënteren op die van naburige zuivelcoöperaties. Markttransparantie leidt dus tot vermindering van de toch al beperkte concurrentie om de boerderijmelk.

Volgens de mededingingsautoriteit is de melkprijs de belangrijkste concurrentieparameter aan de inkoopzijde van zuivelbedrijven en tegelijk de doorslaggevende kostenpost bij hun productie en afzet. Daarmee valt de uitwisseling van uitbetaalde melkprijzen op bedrijfsniveau onder het kartelverbod. Marktinformatie waarbij de gegevens van zuivelondernemingen voldoende bij elkaar zijn opgeteld, stoot niet op bezwaren. Voorwaarde is dat ze niet zijn te herleiden tot afzonderlijke bedrijven. Bestaande melkprijsvergelijkingen worden niet bestraft.

De mededingingsautoriteit heeft de Agrarmarkt Informations-Gesellschaft (AMI), dat in de Duitse landbouw de taak heeft om markt- en ondernemingsinformatie te openbaren, opdracht gegeven de melkprijzen van afzonderlijke zuivelfirma’s of van afzonderlijke fabrieken binnen één onderneming pas te openbaren wanneer ze ten minste zes maanden oud zijn. Zulke cijfers kunnen het actuele prijsniveau niet beïnvloeden, is de filosofie. De organisatie gaat wel testen of dit vermoeden inderdaad ook klopt, of dat die zes maanden nog onvoldoende zijn.

Daarnaast heeft de mededingingsautoriteit problemen met het publiceren van melkprijzen in de vorm van basisprijs plus kortingen en toeslagen. Daarmee worden die openbaar, terwijl ze veelal een concurrentiegevoelig onderdeel zijn van contracten en regelingen van afzonderlijke bedrijven. Daarom moet AMI individuele melkprijzen zonder toeslagen en kortingen publiceren.

Zonder een concrete overgangstermijn te noemen, verwacht het Bundeskartellamt dat de sector deze aanwijzingen opvolgt. AMI en enkele ondernemingen hebben besloten om de actuele melkprijzen niet meer rond te sturen. Maar diverse Duitse landbouwbladen beroepen zich op persvrijheid en leggen dit mededingingsrechtelijk verbod naast zich neer.