DGZ-enquête bevestigt brede verspreiding blauwtong en lage vaccinatiegraad

nieuws

Het gros van de Vlaamse rundvee- en schapenhouders heeft zijn kudde niet gevaccineerd, zo blijkt uit een enquête van Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) bij 3.650 beslagen. De veehouders geven de late beschikbaarheid van het vaccin als reden aan, maar velen bleken ook niet op de hoogte te zijn van de mogelijkheden tot vaccinatie. Meer dan 60 procent van de respondenten heeft (vermoedelijk) met blauwtong te maken gehad. Via deze grootschalige rondvraag, waarvan de resultaten vrijdag in een webinar gedeeld werden, wilde DGZ meer inzicht krijgen in de impact van de epidemie en over de genomen maatregelen.

23 november 2024 VILT-redactie
blauwtongdodeschapen-federationsdeseleveursdemoutonsdesardennes2

Nadat Vlaanderen in 2023 nog ontsnapte aan een uitbraak van een nieuwe blauwtongvirus serotype 3, sloeg het vanaf juli hard toe. Het virus, dat door kleine muggen of knutten wordt overgedragen, maakt vooral schapen en runderen en in mindere mate geiten, alpaca’s en hertachtigen ziek. In totaal werden er 3.670 besmettingen bevestigd in Vlaanderen. “Maar dit is een onderschatting. Niet ieder geval is bevestigd met een laboresultaat”, aldus Koen De Bleecker, regiodierenarts herkauwers bij DGZ.

Uit de statistiek van kadaverophaaldienst Rendac blijkt dat de ziekte vooral onder schapenhouders ernstige gevolgen had. Bij schapen was er in de zomer van 2024 een oversterfte van 191 procent ten opzichte van 2023. Bij het rundvee lag de oversterfte op 35 procent. Vooral de kalveren werden hard getroffen met 73 procent oversterfte.  

Het gebrek aan duidelijke statistiek wijt De Bleecker aan het feit dat er vanaf september geen aangifteplicht van de ziekte meer geldt en het FAVV ook niet meer tussenkomt in de testkosten. “Mede hierdoor loopt de sector veel informatie mis en kunnen ook andere varianten van het virus over het hoofd gezien worden”, aldus DGZ. Zo is in Nederland blauwtong type 12 gesignaleerd en maakt in Frankrijk een dodelijkere variant van de vroegere serotype 8 een opmars. Bij onze zuiderburen is het epizoötische hemorragische ziektevirus (EHD) ontdekt. Ook hiertegen moeten rundveehouders zich volgend jaar vaccineren.

Nood aan informatie

Om meer inzicht te krijgen in de impact van de epidemie en over de genomen maatregelen, heeft de Vlaamse Dierengezondheidsdienst DGZ in september een enquête uitgezonden naar bijna 30.000 veehouders. Zo’n 3.650 veehouders, oftewel 12,4 procent van de aangeschrevenen, heeft deze rondvraag ingevuld, waarvan 2.179 schapenbedrijven, 906 melkvee-, 774 rundvee- en ook enkele geitenbedrijven. De oververtegenwoordiging van de schapenbedrijven laat zich volgens DGZ verklaren door de grote impact die het virus op deze dieren heeft.

Deze enquête bevestigt de lage vaccinatiegraad. Doordat er een meldingsplicht voor vaccinatie geldt, is de statistiek van Sanitel betrouwbaar. In totaal zijn 4.567 veebedrijven gevaccineerd en bedraagt het aantal dosissen 335.663. Van de deelnemers aan de DGZ-enquête, geeft de meerderheid aan niet gevaccineerd te hebben. Als reden wordt gewezen naar de late beschikbaarheid van het vaccin, dat pas deze zomer grootschalig voorhanden was, op een moment dat het virus al volop door de stallen raasde.

“Pas drie weken na toediening begint het vaccin te werken”, vertelt Eva Van Mael, dierenarts kleine herkauwers bij DGZ, die de resultaten van de enquête communiceerde in een webinar vorige week vrijdag. Het verklaart volgens haar waarom 58 procent van de veehouders in de rondvraag na vaccinatie nog klinische symptomen van de ziekte waarnam. “Slecht in 68,4 procent van deze gevallen was het gemiddelde interval tussen vaccinatie en de start van de symptomen 3 tot 4 weken of minder.”

Verder geeft een groot deel van de niet-vaccinerende veehouders aan dat ze niet op de hoogte waren van de mogelijkheden van het vaccin. Nochtans hebben onder andere DGZ via nieuwsbrieven en lokale bijeenkomsten de boodschap uitgedragen. “Dit is in ieder geval iets wat we mee moeten nemen naar de verplichte vaccinatiecampagne van volgend jaar”, constateert Van Mael. Zij vindt ook dat er nood is aan bijkomend wetenschappelijk onderzoek op vlak van preventie.

Eva Van Mael tijdens een informatieavond over blauwtong in het najaar van 2023

63,3 procent van de veebedrijven getroffen

Vaccinatie lijkt de beste bescherming te bieden, maar er zijn ook andere preventieve maatregelen die kunnen helpen om het virus in te dijken. In de enquête geven schapenhouders aan de volgende preventieve maatregen te hebben genomen: opstallen (26,9% van de schapenhouders), extra ventilatie (22,9%), insecticide (34%) en niet scheren (7,3%). “Vanuit Nederland is gebleken dat niet of heel vroeg scheren het risico op besmetting kan verminderen. Door vroeg in het voorjaar te scheren, is de vacht weer aangegroeid in de zomer, wanneer de knutten actief zijn”, aldus Van Mael.

De enquête laat ook haar licht schijnen over de mate waarin de Vlaamse veehouderij getroffen is. Van de 3.650 respondenten geeft 63,3 procent aan dat ze dit jaar (hoogstwaarschijnlijk) met blauwtong te maken hebben gekregen. Het is wel de vraag hoe representatief de respondenten zijn voor de volledige Vlaamse veehouderij. Opvallend is dat maar 15,9 procent van de respondenten een besmetting van de veestapel kan bevestigen aan de hand van labo-onderzoek. De rest van de veehouders en hun dierenartsen baseren zich op de symptomen. “Op het hoogtepunt van de virusuitbraak was de werkdruk zo hoog, dat niet alle verdenkingen naar het labo opgestuurd zijn”, verklaart Van Mael.

Schapenhouders zwaarst getroffen

Uit de enquête is andermaal gebleken dat vooral schapen ernstig lijden onder het blauwtongvirus. Hier zijn de symptomen het ernstigst en komen ze bij het gros van de veestapel terug. Op melkveebedrijven blijft de verspreiding meestal beperkt. Een uitbraak treft in slechts 1,8 procent van de gevallen meer dan 80 procent van de aanwezige dieren. Bij schapenbedrijven is dat anders. Hier heb je een besmettingsgraad van meer dan 80 procent bij 12,5 procent van alle getroffen bedrijven.

In de enquête komt ook een brede waaier aan symptomen naar voren. Van daling in de melkgift, tot abortus en vroeggeboorte, manken, ademnood, overmatig speeksel en sterfte. In de melkveehouderij zijn gevallen van hydroanencephalie, oftewel dummykalveren geconstateerd. Dat zijn dieren die zonder grote hersenstam levend ter wereld komen. Ze kunnen niet zien, eten en drinken, wat maakt dat euthanasie de enige optie is.

DGZ constateert op basis van de enquête dat het blauwtongvirus een zware impact heeft gehad op de Vlaamse rundvee- en kleine herkauwerssector. 55 procent van de respondenten brengt sterfte als kostenpost naar voren, terwijl ook toegenomen arbeid (59,2%) en gestegen dierenartskosten (71,3%) genoemd worden.

Blauwtong: Getroffen boeren krijgen langer betalingsfaciliteiten sociale bijdragen
Uitgelicht
Landbouwers die getroffen zijn door blauwtong, kunnen ook in het vierde kwartaal van dit jaar gebruik maken van vrijstellingen en uitstel van betalingen van sociale bijdragen....
21 november 2024 Lees meer

Beeld: Fédération des Eleveurs de moutons des Ardennes

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek