De Gucht sleutelt aan Europese ontwikkelingssteun

Europees handelscommissaris Karel De Gucht wil de steun aan ontwikkelingslanden bijschaven. Hij wil minder landen laten genieten van lagere douanerechten, maar raakt daarbij niet aan het aantal producten dat onder het Algemeen Preferentiestelsel (APS) valt. "Bepaalde landen die vandaag in het systeem zitten, behoeven geen hulp meer." Daarmee bedoelde hij Rusland, India, Thailand en Brazilië.

Het APS bestaat precies veertig jaar en geldt als een van de pijlers van het Europese handelsbeleid. Het systeem wil ontwikkelingslanden via internationale handel aan inkomsten helpen zodat de armoede daalt en duurzame ontwikkeling en goed bestuur bevorderd wordt. Momenteel genieten 176 landen op die manier van verlaagde importheffingen. Soms moeten ze zelfs helemaal geen douanerechten betalen.

De Gucht stelt voor om het aantal landen dat onder dit stelsel valt, terug te brengen tot een tachtigtal. “Dit omdat een groeiend aantal ontwikkelingslanden vooruitgang boekt en voldoende competitief geworden is op de wereldmarkt”, legt hij uit. Daarbij geeft hij onder meer Rusland en Brazilië als voorbeeld.

Daarnaast wil De Gucht het ‘APS+’-systeem veranderen. Dit is een stelsel gericht op de meest kwetsbare landen die effectief werk maken van bepaalde akkoorden op het vlak van arbeids- en mensenrechten, milieu en goed bestuur. Hij wil deze landen voortaan beter belonen, bijvoorbeeld door de concurrentie van meer ontwikkelde landen in te perken.

“De wereld is sterk veranderd sinds de invoering van het APS-stelsel. Onze politiek moet dan ook aangepast worden”, meent De Gucht. “Bijna 40 procent van onze hulp is bestemd voor Rusland, Brazilië, India en Thailand. Om aan hun succes te werken, hebben zij die hulp niet langer nodig.”