nieuws

Dalende emissie van stoffen die verzuren en vermesten

nieuws
Op basis van de meest recente meetgegevens (2014) communiceerde de Vlaamse Milieumaatschappij dat onze luchtkwaliteit stelselmatig verbetert. Vlaanderen haalt voor heel wat luchtvervuilende stoffen de Europese doelstellingen, in het geval van fijn stof gebeurt dat zelfs voor het eerst. Wij diepen het in december gepubliceerde rapport nog een keer op omdat er een hoofdstuk over verzurende en vermestende deposities in staat. Denk aan de programmatische aanpak stikstof (PAS) waarmee de overheid de stikstofuitstoot nabij natuurgebieden wil doen dalen en de link met landbouw is meteen duidelijk. In dat opzicht is het een meevaller dat zowel de meetresultaten als de modelberekeningen uitwijzen dat de totale verzurende en vermestende depositie daalt.
19 januari 2016  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:25
Lees meer over:

Op basis van de meest recente meetgegevens (2014) communiceerde de Vlaamse Milieumaatschappij dat onze luchtkwaliteit stelselmatig verbetert. Vlaanderen haalt voor heel wat luchtvervuilende stoffen de Europese doelstellingen, in het geval van fijn stof gebeurt dat zelfs voor het eerst. Wij diepen het in december gepubliceerde rapport nog een keer op omdat er een hoofdstuk over verzurende en vermestende deposities in staat. Denk aan de programmatische aanpak stikstof (PAS) waarmee de overheid de stikstofuitstoot nabij natuurgebieden wil doen dalen en de link met landbouw is meteen duidelijk. In dat opzicht is het een meevaller dat zowel de meetresultaten als de modelberekeningen uitwijzen dat de totale verzurende en vermestende depositie daalt.

In het jaarverslag 2014 van de verschillende meetnetten voor de luchtkwaliteit in Vlaanderen gaat onze aandacht uit naar de depositie van verzurende en vermestende stoffen. Vermesting ontstaat wanneer er een overmaat aan nutriënten is. In de omgevingslucht zijn de concentraties aan fosfor en kalium verwaarloosbaar waardoor enkel stikstof relevant is. Verzuring is het gezamenlijke effect van luchtverontreinigende stoffen – vooral zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3) – die door de atmosfeer worden aangevoerd en waaruit zuren gevormd kunnen worden.

Verzuring kan door neerslag of in gasvorm een (negatieve) invloed hebben op bodem, water, dieren, planten en materialen. Het verkeer is een belangrijke bron van stikstofoxiden terwijl de industrie de lucht vooral met zwaveldioxide vervuilt. Stikstofoxide kunnen over langere afstanden getransporteerd worden. Die krijgen we dus ook van onze buurlanden ‘cadeau’. Omgekeerd exporteert Vlaanderen ook verzurende emissies naar omliggende landen.

Voor de uitstoot van ammoniak is landbouw in grote mate (93% in 2014) verantwoordelijk. Ammoniak ontsnapt immers uit stallen en vervluchtigt van pas bemest land. In vergelijking met 2000 nam de totale NH3-emissie in Vlaanderen in 2014 met 21 procent af. Deze daling was vooral het gevolg van de inspanningen in de veehouderij, meer bepaald de afbouw van de veestapel en het in de praktijk omzetten van de maatregelen uit de mestactieplannen. Het gaat dan vooral om emissiearme stalsystemen en het emissiearm toedienen van dierlijke mest.

Verzuring doet de biodiversiteit geen goed. Voor de soortenrijkdom is het dus een opsteker dat de berekende concentraties zwaveldioxide en stikstofoxiden voor alle meetplaatsen onder het kritieke niveau voor vegetatie lagen in 2014. Evenmin was er een overschrijding van het kritieke niveau voor ammoniak, tenminste als er getoetst wordt aan de norm van de Wereldgezondheidsorganisatie. De wetenschappelijk literatuur geeft aan dat 8 microgram ammoniak per kuub lucht te hoog is en doet een aanbeveling van drie microgram. VMM vergeleek het jaargemiddelde ook met deze waarde en stoot dan op een overschrijding in meer dan de helft van de meetplaatsen.

Zowel de meetresultaten als de modelberekeningen tonen een daling van de totale verzurende en vermestende depositie in 2014 ten opzichte van voorgaande jaren. Voor vermesting doken de meetwaarden in 2014 weer onder het niveau van 2010. De verzurende depositie was tussen 1990 en 2010 duidelijk gedaald, om daarna twee jaar licht te stijgen. De totale verzurende depositie is duidelijk lager in de periode 2010-2014 ten opzichte van 2005. De laatste jaren zet de daling zich verder zodat het verschil tussen 2014 en 2005 al 30 procent bedraagt.

De hoogste verzurende depositie kwam in 2014 voor in het centrum van West-Vlaanderen, in de regio waar de meetplaats Wingene zich bevindt. Ook in de Noorderkempen was de depositie hoog. De jaargemiddelden voor vermestende deposities geven eenzelfde beeld. In Wingene werd bijvoorbeeld ook de hoogste vermestende depositie gemeten, wat VMM wijt aan de vele intensieve veebedrijven in de regio.

Een te hoge stikstofdepositie is een struikelblok voor het realiseren van de natuurdoelen. Met de goedkeuring van de instandhoudingsdoelstellingen zijn er afspraken gemaakt over een programma om de stikstofneerslag in de Europees waardevolle natuurgebieden op Vlaams grondgebied te laten dalen. Via de programmatische aanpak stikstof (PAS) wil de overheid de stikstofuitstoot doen dalen maar tegelijk nog ontwikkelruimte vrijwaren voor bedrijven.

Meer info: VMM

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek