Congolees parlement stemt eerste kaderwet voor landbouw
nieuwsHet Congolese parlement heeft dinsdag in Kinshasa de allereerste kaderwet voor de landbouwsector goedgekeurd. “Opmerkelijk is dat boerenorganisaties zich actief gemengd hebben in het politieke debat dat aan de stemming is voorafgegaan”, zegt Trias-directeur Lode Delbare. De Congolese boerenorganisaties konden daarvoor op de steun rekenen van zes Belgische ngo’s.
Zeventig procent van de Congolese bevolking leeft van landbouw en geen enkele sector draagt meer bij tot het bruto nationaal product. Toch wordt de boerenstiel niet als een volwaardige job aanzien in Congo. “Het gebrek aan een coherent landbouwbeleid kost het land handenvol geld want jaarlijks moeten 640.000 ton voedingswaren uit het buitenland ingevoerd worden om de eigen bevolking te kunnen voeden”, illustreert Lode Delbare.
De nieuwe landbouwwet die door het parlement is gesluisd, moet het tij helpen keren. Naast een kadaster en steunfonds komen er ook agrarische adviesraden. Bovendien worden de verschillende bestuursniveaus verplicht om een budget te voorzien voor de aanleg en het onderhoud van transportinfrastructuur. Die is van levensbelang voor de handel in landbouwproducten. Verder worden agrarische productiemiddelen vrijgesteld van invoerrechten en ook de exportrestituties voor landbouwproducten worden afgeschaft.
Aan de kaderwet is een jarenlange discussie voorafgegaan. Aanvankelijk waren de Congolese beleidsmakers ervan overtuigd dat alle heil zou komen van grootschalige plantages en niet van de miljoenen kleine boeren. “Gelukkig erkent de wet dat gezinslandbouw de echte hoeksteen is van de Congolese economie”, aldus Delbare. “Dat is de verdienste van enkele jonge landbouworganisaties zoals Repam die in Kinshasa zijn komen lobbyen.”
“De wet is er enkel gekomen omdat de boeren zich politiek georganiseerd hebben en de druk erop hielden”, bevestigtJan Aertsen, Congo-specialist bij Vredeseilanden. “Voor het eerst in de geschiedenis van Congo is een lobbycel van boerenorganisaties neergestreken in Kinshasa om het hele proces te volgen. Agricongo, een platform van Congolese boerenorganisaties, werd daarbij geruggensteund door zes Belgische ngo’s (Trias, Vredeseilanden, SOS Faim, Solsoc, Oxfam Solidariteit en Diobass).
Met de hulp van bevriende donateurs verzamelde AgriCongo middelen voor een lobbycel van de boeren in Kinshasa. “De uitdaging is nu die permanente vertegenwoordiging van de boerenorganisaties mogelijk te maken op een structurele manier. Zo beschikken de boerenorganisaties over een blijvende hefboom in de hoofdstad om het lot van de boerenfamilies te verbeteren”, besluit Aertsen.
Beeld: Trias