Comité neemt prijzen onder de loep

De federale ministerraad keurde vrijdag een van de belangrijke punten van het regeerakkoord goed: de oprichting van een prijzenobservatorium. Dat heeft heel wat voeten in de aarde gehad. De Franstalige socialisten grepen de verhoging van de aardgasprijs van eind vorig jaar aan om maximumprijzen voor energie te eisen. Maar de liberalen gingen op de rem staan. "Prijsblokkeringen doden de concurrentie", luidde de reactie. Gisteren bereikte de regering een akkoord.

"Er komen geen maximumprijzen", verzekert Van Quickenborne. Wel wordt de evolutie van de prijzen in de gaten gehouden door een prijzencomité. Dat zal bestaan uit drie leden van de federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie, twee leden van de Nationale Bank, twee leden van het Federaal Planbureau, een lid van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en vier professoren.

Het observatorium wordt opgericht binnen het Instituut voor Nationale Rekeningen (INR). Het INR zal driemaandelijkse en jaarlijkse rapporten afleveren aan Van Quickenborne en minister van Energie, Paul Magnette (PS). Ook de CRB, waar de sociale partners deel van uitmaken, worden op de hoogte gebracht van de evolutie van de prijzen. Dat was naar verluidt belangrijk voor de Franstalige socialisten. De verwachting is dat die rapporten nauwlettend in de gaten zullen worden gehouden door de vakbonden.

Bij de PS is te horen dat grotendeels tegemoet is gekomen aan hun vragen. "Als Magnette vaststelt dat de stijging van sommige prijzen niets te maken heeft met de klim van de grondstofprijzen, kan hij aan de alarmbel trekken", luidt het. "Desnoods moet de overheid vaste prijzen opleggen". Van Quickenborne ziet het prijzencomité als een instrument om de Raad voor de Mededinging sneller te laten ingrijpen. Hij herinnert eraan dat de voorbije maanden werd opgetreden tegen mogelijk ongeoorloofde afspraken bij de bakkers, de chemische bedrijven, de distributiesector, de bouwnijverheid en de telecomoperatoren.(KS)