Christ Wolfcarius: “Met grond ben je nooit klaar, het blijft een werk in uitvoering”
interviewChrist Wolfcarius (48) uit Dentergem beheert als derde generatie fruitteler een boomgaard van ongeveer 100 hectare. Twee derde daarvan is beplant met appelbomen, de rest met perelaars. Op zijn bedrijf heeft een appelboom een levensduur van circa 15 jaar, terwijl een perelaar 40 à 50 jaar meegaat. Dit betekent dat hij decennialang dezelfde teelt op dezelfde plaats heeft staan. Voor hem is de bodem dan ook de sleutel tot een succesvolle oogst en een gezonde bedrijfsvoering.
Een vergeten factor
“De bodem is de basis van ons beroep als land- en tuinbouwers. De laatste twee à drie decennia hebben we dat te veel uit het oog verloren, deels door ons gunstige klimaat”, zegt Wolfcarius. “In Vlaanderen hebben we een uitstekende terroir, zoals ze dat in de Franse wijnbouw noemen. Door de kwaliteit van onze gronden konden we altijd hoogwaardige producten oogsten. Die luxe heeft ons in slaap gewiegd, waardoor er lange tijd te weinig aandacht was voor de bodem. Nochtans is een goed verzorgde bodem cruciaal voor het slagen van de oogst, zeker bij meerjarige teelten zoals fruitbomen.”
Dankzij de ervaring van zijn vader en grootvader, en bijna 75 jaar bedrijfsgeschiedenis, ziet Wolfcarius hoe het klimaat verandert en welke impact dat heeft op de landbouw. “De afgelopen vijf jaar lag de focus op droogtebestrijding en het vasthouden van water in de bodem. Maar van oktober 2023 tot mei 2024 regende het uitzonderlijk veel, waardoor het probleem ineens omgekeerd was: overtollig water moest efficiënt afgevoerd worden.” Hij ziet een oplossing in peilgestuurde drainage, waarmee de waterafvoer beter kan worden geregeld. Daarnaast pleit hij voor meer preventieve maatregelen: “Als een droge periode op komst is, zou men vooraf meer water in de bodem kunnen laten infiltreren. Dat kan gemakkelijk een week extra overbruggen, maar werkt alleen als je al een sterke bodem hebt.”
Grond is een werk in uitvoering
“Het is essentieel om de sterktes en zwaktes van onze gronden beter te herkennen. Zwakke punten aanpakken is een langetermijntraject. Grond moet je analyseren en stapsgewijs verbeteren, altijd in balans. Met grond ben je nooit klaar, het blijft een werk in uitvoering”, zegt Wolfcarius. “Grond is de meest bepalende en stabiele factor in een landbouwbedrijf.”
Op zijn bedrijf investeert hij dan ook actief in praktijken die de bodemkwaliteit verbeteren. “In de niet-groeimaanden houd ik de bodem zoveel mogelijk bedekt, zodat hij beschermd blijft tegen weersinvloeden. Ik werk aan het verhogen van het koolstofgehalte in de bodem en laat hout van gesnoeide bomen ter plaatse verteren, wat het bodemleven stimuleert. Daarnaast zijn de helft van onze gronden bedekt met gras, waarbij we kiezen voor natuurlijke grassoorten die passen bij de bodem.” De effecten van deze maatregelen zijn al merkbaar: “Door het verhogen van het koolstofgehalte is het waterbergend vermogen van de bodem spectaculair verbeterd. Maar dat is een proces van tien jaar, stap voor stap.”
Door het verhogen van het koolstofgehalte is het waterbergend vermogen van de bodem spectaculair verbeterd. Maar dat is een proces van tien jaar, stap voor stap
Water als kostbaar goed
Waterbeheer is voor Wolfcarius eveneens een prioriteit. Hij gebruikt druppelirrigatie om zijn bomen efficiënt te bewateren, zodat geen druppel verloren gaat. “Grond fungeert als een buffervat voor vocht, en we moeten dat beter benutten. Mijn doel is om waterneutraal te werken en al het water op mijn bedrijf een tweede leven te geven, bijvoorbeeld door zuivering en hergebruik in de boomgaard.”
Verbinding met de burger
“Grond is ons hoogste goed, zowel als kapitaal als in termen van weerbaarheid”, benadrukt Wolfcarius. “Maar het is ook een belangrijke factor in de relatie tussen landbouw en de samenleving. Daarom stellen we onze boomgaard één maand per jaar open voor het publiek, tijdens de bloesemperiode. Zo proberen we de kloof tussen landbouw en burgers te verkleinen.”
Volgens de West-Vlaamse fruitteler ervaren bezoekers een even groot natuurgevoel in een landbouwlandschap als in een bos. “We hebben als sector te weinig uitgedragen dat landbouwgebieden óók mooie natuurlandschappen zijn. Maar ik merk dat de verbinding met de burger verbetert. Sinds we de boomgaard openstellen, zien we meer jongeren die willen helpen met plukken, meer verdraagzaamheid en vriendelijkere reacties. Onze landbouwgronden hebben veel te bieden en we moeten ze koesteren.”

In samenwerking met: Vlaams Ruraal Netwerk