Burgers en Dryade stellen Vlaanderen in gebreke voor falend geurbeleid

Elf omwonenden van veebedrijven in Wuustwezel en Hoogstraten stellen samen met Dryade de Vlaamse overheid in gebreke “voor haar falend geurbeleid”. “De omwonenden leven voortdurend in de stank en lijden daardoor ernstige gezondheidsschade”, klinkt het in een persbericht. Dryade eist dat er tegen eind november een geurdecreet, een Vlaamse geuroverschrijdingskaart en een aanpak van de overbelaste situaties. “Bij gebrek hieraan stappen we naar de rechter”, klinkt het.

11 oktober 2023  – Laatst bijgewerkt om 11 oktober 2023 15:32
Lees meer over:
Zidis_Proefbedrijf_Pluimveehouderij_LowRes-123

In De Standaard getuigen de elf omwonenden over wat de krant “veefabrieken” noemt. “De stank is enorm. Ik sta ermee op en ga ermee slapen. Vroeger sliep ik bijvoorbeeld met mijn ramen open, dat kan nu niet meer. En als ik de was buiten hang en de wind zit verkeerd, stinkt nadien de hele kast”, zegt een inwoner van Wuustwezel.

Voorlopig enkel ingebrekestelling

Volgens milieuorganisatie Dryade heeft Vlaanderen geen wetgevend kader rond geur. “Er zijn wel regels, maar die zijn niet verankerd in een decreet”, stelt Elias Van Marcke, jurist bij Dryade. “De beoordeling van geurhinder bij de vergunningverlening gebeurt aan de hand van administratieve richtlijnen die niet wetenschappelijk onderbouwd zijn. De mechanische toepassing van deze richtlijnen zorgt voor een systematische onderschatting van de geurhinder. Daardoor ondervinden vele omwonenden op vandaag nog steeds ontoelaatbare stankoverlast en lijden ze gezondheidsschade door onder meer endotoxines.”

Daarom stelt Dryade, samen met 11 omwonenden uit Wuustwezel en Hoogstraten, Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) en Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) in gebreke. “Momenteel beperken we ons tot een ingebrekestelling. Mar we eisen dat er een robuust geurdecreet en een Vlaamse geuroverschrijdingskaart komt zodat elke Vlaming zicht krijgt op de geuroverlast. Daarnaast moeten bedrijven die illegaal vergund werden en te veel geuroverlast veroorzaken, aangepakt worden met effectieve geurbestrijding of veestapelreductie”, klinkt het. Komt er geen actie tegen 30 november, dan zullen Dryade en de omwonenden naar de rechter stappen.

Naar analogie met Nederland

De eisers voelen zich gesteund door een uitspraak van een Nederlandse rechtbank. Eind 2022 heeft de rechtbank in Den Haag de Nederlandse overheid veroordeeld voor ontoereikend geurbeleid. “De rechtbank stelde vast dat het Nederlandse geurbeleid strijdig is met artikel 8 van het Europees verdrag van de rechten van de mens”, legt Dryade uit. “De geurhinder die omwonenden van intensieve veehouderijen ondergaan, is een inbreuk op hun privéleven en hun gezins- of familieleven.”

De milieuorganisatie is ervan overtuigd dat het Vlaamse geurbeleid zo mogelijk nog gebrekkiger is, waardoor het de toets met het Europees verdrag van de rechten van de mens niet doorstaat.

Reactie kabinet Demir

Het kabinet van Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) verdedigt het bestaande beleid. "Onder minister Demir werd het geurbeleid bij vergunningen aangescherpt in het belang van omwonenden op het platteland", klinkt het in een reactie. "Zo werden de zogenaamde geuremissiefactoren, belangrijk om aanvragen te beoordelen, op basis van wetenschappelijk onderzoek verstrengd. Ook de afstandsregels werden verstrengd. We nemen dus akte van de ingebrekestelling, maar we denken dat ze zich van vijand vergissen."

Onderzoek naar geur

In Vlaanderen zijn er verschillende onderzoeksinstellingen die geur in de veehouderij onderzoeken. Zij zijn vertegenwoordigd in VEMIS, het consortium kennisopbouw luchtemissies veehouderij, dat alle kennis over onder meer geur verzamelt en beschikbaar stelt. Op de website van VEMIS staan ook alle reductietechnieken vermeld die landbouwbedrijven kunnen inzetten om de geurhinder te beperken. Zo kan een biologische luchtwasser de geur met 40 procent terugdringen, bij een biobed gaat het zelfs om een reductie van 70 procent.

Gemiddeld genomen kwamen onze metingen uit op de emissiefactor die op dat moment als norm gold. Toch heeft Departement Omgeving ervoor gekozen om de meest strenge norm te hanteren

Eva Brusselman - Onderzoeker ILVO

ILVO is één van de onderzoeksinstellingen aangesloten bij VEMIS. In januari 2021 leverde het nog een studie op over luchtemissies in ammoniakemissiearme stallen voor vleeskuikens, die was aangevraagd door het Departement Omgeving. Tijdens de meetcampagne werd de geur gemeten uit vier stallen die uitgerust zijn met een warmtewisselaar, de meest gebruikte AEA-techniek in pluimveestallen. “Gespreid over zes meetdagen per stal hebben we de lucht die uit de stal komt opgevangen in een zak”, vertelt Eva Brusselman.

Die opgevangen lucht werd geanalyseerd in het geurlabo van ILVO. “Vier mensen geven daarbij aan vanaf wanneer ze de geur, die almaar minder wordt verdund, detecteren”, legt Brusselman uit. Ze wijst erop dat dit gebeurt op basis van internationale protocollen voor geurconcentraties, die niet alleen voor landbouw, maar ook voor andere sectoren worden gehanteerd.

Gemiddeld genomen kwamen de metingen uit op de emissiefactor die op dat moment als norm gold in het MER Richtlijnenhandboek Landbouwdieren. “Toch heeft Departement Omgeving ervoor gekozen om het worstcasescenario toe te passen en de meest strenge norm te hanteren”, verduidelijkt de ILVO-onderzoekster. Ze benadrukt wel dat geurconcentraties en bijgevolg -emissies niet continu gemeten kunnen worden: “het is altijd een momentopname”.

geurstaalname olfactometer_ILVO

Bron: Eigen berichtgeving / De Standaard / Belga

Beeld: Proefbedrijf Pluimveehouderij

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek