nieuws

Bond Beter Leefmilieu luidt alarmbel over waterbeleid

nieuws
Door de klimaatverandering kijkt Vlaanderen aan tegen steeds meer overstromingen. Tussen 1976 en 2000 telde Vlaanderen gemiddeld 1,8 erkende rampen per jaar. Sinds de eeuwwisseling zijn dat er gemiddeld 6 per jaar. Drie strenge en efficiënte maatregelen dringen zich volgens de Bond Beter Leefmilieu op: erosiebestrijding, de sponsfunctie van de aarde herstellen en meer ruimte aan het water geven. Zo wil de milieukoepel dat boeren meer verplichtingen opgelegd krijgen in verband met erosiebestrijding.
11 augustus 2008  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:04
Door de klimaatverandering kijkt Vlaanderen aan tegen steeds meer overstromingen. Drie strenge en efficiënte maatregelen dringen zich volgens de Bond Beter Leefmilieu (BBL) op. "Als de mensen gelaten op overstromingen reageren, wil dat zeggen dat ze er geen vertrouwen meer in hebben dat de overheid hun probleem zal oplossen. Als je huis al voor de zevende keer of meer onder water heeft gestaan, is dat niet normaal, maar wijst dat duidelijk op het falen van de overheid", zegt Wim Van Gils, waterspecialist van de BBL.

Volgens Van Gils schieten de verschillende overheden schromelijk te kort in hun aanpak van de overstromingen. Nochtans zullen we door de klimaatverandering nog meer te maken krijgen met geconcentreerde regenval, en bijgevolg overstromingen. Cijfergegevens van het Rampenfonds laten er geen twijfel over bestaan. Tussen 1976 en 2000 telde Vlaanderen gemiddeld 1,8 erkende rampen per jaar. Sinds de eeuwwisseling zijn dat er gemiddeld 6 per jaar.

Van Gils roept de Vlaamse overheid op drastisch te investeren in drie oplossingen: erosiebestrijding, de sponsfunctie van de aarde herstellen en meer ruimte aan het water geven. Akkers zijn vaak de grote schuldige van overstromingen en modderstromen. De oplossingen die gemeenten vaak nemen om verdergaande erosie tegen te gaan, zoals het aanleggen van bufferbekkens en regelmatige slibruimingen, zijn duur.

De échte oplossing ligt volgens de BBL in handen van de landbouwer, die structurele maatregelen moet nemen. Zo mag hij zijn land niet meer tot op de laatste centimeter bewerken, maar moet hij enkele meters vrijlaten voor het aanleggen van grasbufferstroken die de modder opvangen. "Ook voldoende vegetatie op de akkerlanden laten staan, is een efficiënte oplossing", zegt Van Gils. "Tot nu toe heeft de overheid altijd gerekend op de vrijwillige hulp van de landbouwer, die subsidies kan krijgen voor erosiebestrijdende investeringen. Maar die gok levert te weinig resultaat op. De landbouwers moeten worden verplicht om maatregelen te nemen".

Een andere vaststelling is dat de sponsfunctie van de aarde niet goed meer werkt. Omdat Vlaanderen is volgebouwd, kan het water niet meer in de bodem dringen en stroomt het te snel naar de laagste punten. Het slechte beheer van de grote en kleine waterlopen tijdens de voorbije decennia heeft alles nog erger gemaakt: grachten werden dichtgegooid of rechtgetrokken, waardoor de natuurlijke afwatering werd verstoord. "De overheden dragen hierin een grote verantwoordelijkheid, omdat zij dat lijdzaam hebben toegestaan en dat ook zelf in de hand hebben gewerkt", zegt Van Gils.

"Men dacht dat op te lossen door overal rioleringsbuizen in de grond te stoppen. Maar veel rioleringen zijn slecht onderhouden. Bovendien kunnen zij nooit al het water verwerken als het uitzonderlijk regent", zegt Van Gils. "Rioleringen dienen om het afvalwater te verwerken. Regenwater hoort daar eigenlijk niet in thuis". Vlaanderen heeft dat ook door, en investeert in een afkoppeling van het afval- en regenwater. Tegelijk stimuleert het de burgers om het hemelwater zo veel mogelijk op de eigen grond op te slaan. Zo is het voor nieuwbouw en 'vernieuwbouw' verplicht om het regenwater op te vangen in een tank die een buffercapaciteit heeft van 15 liter per vierkante meter.

Maar volgens Van Gils is die stedenbouwkundige verordening niet streng genoeg. "Nu al blijkt dat die buffercapaciteit niet volstaat. Als je ze echt nodig hebt, zitten de tanks meteen vol en overstroomt het toch". Het overlegplatform Vlaamse Rioleringen (Vlario) en de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VSSG) deed de overheid zelf het voorstel om de stedenbouwkundige verordening strenger te maken. Zij willen dat de Vlamingen meer regenwater op hun grond kunnen opvangen: 25 in plaats van 15 liter per vierkante meter. "Het parlement heeft die resolutie in maart goedgekeurd. Maar de regering heeft daar tot op vandaag niets mee gedaan", stelt Van Gils vast.

Tot slot moet het water ook meer ruimte krijgen, met andere woorden: we moeten meer land aan het water teruggeven, als overstromingsgebied. "Vlaanderen moet dringend werk maken van de uitvoering van de bekkenbeheerplannen", zegt Van Gils. In die bekkenbeheerplannen, 11 in totaal, staat dat Vlaanderen tegen 2014 dertien nieuwe overstromingsgebieden - vooral langs grote waterlopen - moet aanleggen. In totaal gaat het om ongeveer 616 hectare. "Maar we stellen vast dat de Vlaamse overheid de bekkenbeheerplannen nog altijd niet heeft goedgekeurd. Dat moest al zes maanden geleden zijn gebeurd", zegt Van Gils. "Bovendien vinden de overheden geen akkoord over wie dat allemaal moet betalen".

Met de deelbekkenbeheerplannen, 103, is het nog slechter gesteld. "Die zijn nog niet allemaal opgemaakt, in West-Vlaanderen is men er nog maar pas mee begonnen, en dat terwijl ze al allemaal moesten zijn goedgekeurd. Veel van de plannen zijn diffuus, en gaan niet verder dan de vaststelling dat er een oplossing moet komen, maar zeggen niet welke oplossing. Zo komen we er nooit".(KS)

Lees ook: geVILT: Peter Van Bossuyt (Boerenbond): "Landbouw onderschat ruimtelijke impact waterbeleid"

Bron: De Standaard

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek