Boerenbond: " WTO-mandaat ruim overschreden"

De WTO-toegevingen van Europees handelscommissaris Mandelson bedreigen 750.000 jobs in de Europese agrovoedingsketen. Dat heeft de Boerenbond vrijdag herhaald tijdens een persontmoeting in Leuven. "Daarmee heeft de Commissie het haar toegekende mandaat reeds ruim overschreden", aldus voorzitter Noël Devisch. Die boodschap werd per open brief ook overgemaakt aan premier Guy Verhofstadt en minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht.

Vooral de voorgestelde afbouw van de invoerheffingen zijn voor de Boerenbond onaanvaardbaar. Deze schommelen naargelang de productcategorie van 35 tot 60 procent met een gemiddelde van 46 procent. Hierdoor zal de prijs in de EU van bijvoorbeeld het geïmporteerde Braziliaans rundvlees dalen van 6,4 tot 4,7 euro per kilo en hierdoor een derde goedkoper worden dan de prijs van het eigen Europees rundvlees.

Gelijkaardige scenario's zullen zich volgens de Boerenbond voordoen voor tal van andere producten en leiden tot prijsdalingen van 4 procent voor magere melkpoeder tot 24 procent voor gevogelte. Hierdoor zijn de productiekosten in de EU niet eens meer gedekt.

De invoerheffingen zijn volgens de vakorganisatie nodig om de hoge eisen te compenseren die binnen de EU gelden op vlak van voedselveiligheid, dierenwelzijn en milieu. "Het lijkt er ook meer en meer op dat in het kader van deze onderhandelingen over de liberalisering van de wereldhandel de EU de landbouw gebruikt als pasmunt voor andere sectoren en verregaande toegevingen doet in ruil voor exportkansen in de industriële en dienstensector. Dit is niet aanvaardbaar", aldus Noel Devisch.

De EU-voorstellen inzake de invoerheffing komen volgens Devisch geenszins de boeren in de echte ontwikkelingslanden ten goede, hetgeen beaamd werd door Bart Bode van Broederlijk Delen. "Deze boeren kunnen niet concurreren op de wereldmarkt en hun export naar de EU zal door de prijsdaling nog minder opleveren", aldus Devisch. De winnaars zijn de grote exportlanden zoals Brazilië, Australië en de VS, evenals de transnationale ondernemingen die nog meer vat krijgen op de voedselbevoorrading.

De invoerheffingen mogen wel verdwijnen voor de armste ontwikkelingslanden. "We pleiten ervoor dat deze arme landen hun producten zonder beperking en zonder heffing in de industriële landen moeten kunnen importeren op voorwaarde dat het gaat om producten die ze zelf hebben voortgebracht en niet behoeven voor de eigen consumptie", aldus Devisch. Daarnaast moeten deze landen in staat gesteld worden om hun eigen landbouw te beschermen. Bode beaamde dat bij de WTO-onderhandelingen prioriteit moet uitgaan naar het toekennen van mogelijkheden aan deze arme landen om hun economisch potentieel te behouden en versterken.