Boerenbond: "Landbouwinkomen daalt met 10,4 procent"
nieuwsDe Boerenbond berekent de inkomens op basis van de 'Nationale Boerderij': alsof er in ons land maar één boerderij zou bestaan die alles aankoopt en alle geproduceerde land- en tuinbouwproducten verkoopt. De nationale productie van de Nationale Boerderij bedroeg in 2002 6,7 miljard euro: een daling met 5 procent tegenover 2001.
Er waren in 2002 sterke prijsdalingen, die voornamelijk te vinden waren in de dierlijke sectoren. Vooral de slechte prijzen voor pluimvee, varkens en melk hebben de omzetwaarde in belangrijke mate negatief beïnvloed. In de rundvleessector kwam er in 2002 een prijsherstel, na de zware klappen die de sector de voorbije jaren te verwerken kreeg als gevolg van de BSE- en de MKZ-crisis. Oorzaak was vooral het heropleven van de rundvleesconsumptie.
Verder was de prijsvorming voor een aantal plantaardige producten verre van rooskleurig. Dit was meer bepaald het geval voor aardappelen en granen. De aardappelprijzen liepen ten overstaan van 2001 terug met 30 procent. Het huidige graanprijsniveau is het laagste van de laatste 20 jaar, ondanks de lage internationale voorraden. Probleem is de grote invoer van graan uit Oekraïne en Rusland.
In de fruitsector lieten de appelen opnieuw slechte prijzen optekenen, terwijl voor peren de prijsvorming behoorlijk verliep. Voor de groenten viel globaal gezien een omzetstagnatie te noteren. Aan plantenvoeding, veevoeder, zaai- en pootgoed, plantenbeschermingsmiddelen, energie en diensten betaalde de nationale boerderij in 2002 naar schatting 4,3 miljard euro. Na verrekening van de afschrijvingen, de uitgekeerde subsidies en de productiegebonden elastingen, en rekening houdend met betaalde pachten en intresten op het bedrijfskapitaal zou er in 2002 op de nationale boerderij een inkomen overblijven van 1,58 miljard euro. Dit is 12 procent minder dan in 2001.
Zoals ook de afgelopen jaren het geval was, daalde het aantal tewerkgestelden in de sector. De afvloei wordt dit jaar geraamd op 2 procent. Omgerekend in voltijdse arbeidsplaatsen waren er in 2002 op de nationale boerderij nog 69.944 personen tewerkgesteld, waarvan 59.000 familiale arbeidskrachten.
Per voltijds tewerkgestelde op de nationale boerderij resulteerde dit in een gemiddeld inkomen van 22.636 euro: 10,4 procent lager dan in het jaar 2001. Het gemiddeld brutoloon van de loon- en weddetrekkenden in ons land wordt voor 2002 geschat op 36.150 euro: 37 procent hoger dus. In 2001 was het nog 30 procent.
In de jaren '70 en '80 bedroeg de kloof tussen het landbouwinkomen en het vergelijkbaar inkomen nog slechts 10 procent. Een aantal keren hadden de land- en tuinbouw(st)ers zelfs een hoger inkomen dan de gemiddelde Belg. Maar sinds de jaren '90 werd de kloof steeds groter, in het nadeel van de land- en tuinbouwsector.
Ook het Centrum voor Landbouweconomie maakt elk jaar een balans op. Voor die officiële cijfers is het meestal wachten tot het najaar. De cijfers van het jaar 2001, die door het CLE in november 2002 werden bekendgemaakt, toonden aan dat het inkomen van de land- en tuinbouw(st)er in 2001 met 9,3 procent gestegen was. Dat is wat de Boerenbond begin 2002 geraamd had.
Bron: Belga