Boeren met natuurbegrazers zien klachten toenemen: "Mensen maken zich vaak vanuit onwetendheid zorgen"
duidingHet aantal klachten van bezorgde burgers over het welzijn van natuurbegrazers, in het bijzonder schapen, neemt zienderogen toe. Dat vertellen twee schapenhouders die regelmatig telefoontjes van de politie moeten behandelen of op social media van dierenmishandeling beschuldigd worden. Ethicus Stef Aerts wijt dit voor een groot deel aan onwetendheid van de burger over landbouwdieren. “Mensen weten oprecht niet dat een schaap tegen de vrieskou kan.”
In juli moest de politie in het Limburgse Nieuwerkerken uitrukken voor een kudde van 100 schapen die zonder drinkwater zouden zitten. De melding kwam van activisten van de dierenrechtenorganisatie Franciscus Angels die beweerden dat de herder zijn dieren verwaarloosde. “Er was geen beschutting tegen de zon, er was geen eten en geen water en een tweetal schapen was er slecht aan toe. Zij hadden wormen”, vertelt Anja Brems, voorzitter van de vzw, enkele maanden later aan VILT.
De eigenaar spreekt dit met klem tegen. "De kudde was niet verwaarloosd, ik ga elke dag regelmatig controleren en hooi en water brengen. Al mijn schapen zijn correct ingeënt. Enkele dieren in de kudde waren ziek, ze hadden wormen, maar werden daarvoor behandeld. Ze lagen neer op het gras omdat ze rust nodig hadden.” Twee maanden later liggen beide partijen nog met elkaar in de clinch en dreigt een rechtszaak. “Wij houden de schapenhouder in de gaten”, aldus Brems. De schapenhouder wil met het oog op de rechtszaak geen uitspraken doen.
Hoewel dit geval op zich staat, merken schapenhouders in het algemeen wel op dat het aantal meldingen door passanten is toegenomen. Volgens Marc Van Ransbeke, schapenhouder uit Dendermonde, is er vanaf corona een duidelijke en sterke stijging te zien. “Vanaf dat moment zijn mensen gaan wandelen en heeft men er een sport van gemaakt problemen op te zoeken. Van elke mug wordt een olifant gemaakt.”
Tot vijf meldingen per dag
De schapenhouder krijgt volgens eigen schatting gemiddeld één melding per dag, maar op sommige dagen kan dat oplopen tot vijf meldingen. “Mensen bellen voor de meest onnozele zaken. Zo sprak iemand van dierenmishandeling omdat de schapen op een hellende dijk lopen. Omdat de vier poten even lang zijn, zou dit slecht zijn voor de dieren. Een paar keer hebben we een melding gehad van een schaap dat zich eenzaam zou voelen, omdat hij buiten de kudde liep.”
De boer heeft er letterlijk en figuurlijk slapeloze nachten van. “Laatst was er om 2 uur ’s nachts en wandelaar langsgekomen die zogenaamd een "geitje" vast had zien zitten met de draad met twee gebroken “benen”. Hij had de brandweer, politie en veearts ingeschakeld. Toen ik er een uur later aankwam, stonden er 20 mensen in het veld en was het lam gaan lopen. Toch knap met twee gebroken poten”, zegt hij met de nodige ironie.
Behalve de meldingen worden zogenaamde “mishandelingen” ook regelmatig gefilmd en in socialmediagroepen geplaatst. De landbouwer geeft aan dat de aantijgingen van dierenmishandeling zijn koude kleren niet raakt. “Je hebt het beste voor met je dieren, en wordt zo neergezet door mensen die van niets weten. En zij gaan jou vertellen hoe je je dieren moet houden. Als dat zo doorgaat, stop ik ermee.”
Ook schapenhouder Bert Plasmans uit Stabroek merkt op dat het aantal meldingen sinds enkele jaren is toegenomen, hoewel het bij hem nog niet de spuigaten uitloopt. “In de zomer lopen de schapen in de heide en komen er nauwelijks klachten. In de winter komen er meer klachten wanneer de schapen op grasland lopen en mensen veronderstellen dat ze het te koud of te nat hebben of dat er geen beschutting is."
"Mensen onwetend over landbouwdieren"
Plasmans denk dat deze evolutie veel te maken heeft met de onwetendheid van mensen over de landbouw en landbouwdieren. “Landbouw heeft het ooit mogelijk gemaakt dat wij ons konden vestigen in nederzettingen. Vervolgens hebben mensen eeuwenlang in harmonie met de landbouw samengeleefd, maar de afgelopen 50 jaar is die band met de landbouw verloren gegaan”, stelt hij.
Stef Aerts, ethicus en doctor in de bio-ingenieurswetenschappen, sluit zich bij deze analyse aan. Het verbaast hem niet dat het aantal meldingen is toegenomen. “Het gros van de mensen komt niet meer in aanraking met landbouwdieren en heeft er hierdoor een beperkte kennis van. Men is daarbij wel begaan met dieren en maakt zich vanuit hun onwetendheid vaak zorgen. Zo denkt men dat een schaap het in de winter koud heeft, terwijl hij door zijn vacht opgewassen is tegen vriestemperaturen.”
Behalve de onwetendheid zijn er volgens Aerts ook steeds meer kanalen waar mensen terecht kunnen met hun klachten en zorgen. “Als je een meldpunt opricht, krijg je ook klachten. Daarnaast zie je ook bij steeds meer gemeenten of politiekorpsen dat er iemand belast is met dit onderwerp. Een melding komt dan niet meer op een grote stapel papierwerk, maar belandt bij de persoon die hiervoor bevoegd is en vervolgens stappen onderneemt."
Informatievoorziening voor publiek
Volgens de ethicus is informatievoorziening het beste instrument om de onwetendheid te bestrijden. “Zo heb je bij natuurgebieden soms informatieborden waarop vermeld wordt welk dier er graast en hoe dit dier vanuit zijn natuurlijke gestel gewend is onder verschillende omstandigheden te leven. Daarnaast zou je je nummer kunnen vermelden met de mededeling dat men jou in geval van problemen kan contacteren.”
Voor Van Ransbeke snijdt dit advies maar gedeeltelijk hout: “Op sommige locaties heb ik in samenspraak met de politie mijn nummer verwijderd, omdat het aantal telefoontjes de spuigaten uitliep.”
VILT heeft deze tendens ook voorgelegd aan Agentschap Bos en Natuur (ANB) dat veel aan natuurbegrazing doet en zelf ook een veestapel daarvoor aanhoudt. Woordvoerder Jeroen Denaeghel zegt zich niet te herkennen in de tendens van meer meldingen. “Ik herinner me de laatste vijf jaar maar één klacht van iemand die signaleerde dat een ezeltje in natuurgebied, waarvan de hoeven niet goed waren gekapt.”
Bron: Eigen berichtgeving / Het Nieuwsblad