Bioport Europe focust op 2e generatie biobrandstoffen
nieuws"Nu zitten die processen nog in de labofase, we willen ze pre-industrieel ontwikkelen", vervolgt de Gentse schepen. "Samen zijn Gent en Terneuzen met een productiecapaciteit van 1,2 miljoen ton het nummer een in Europa, voor Rotterdam (900.000 ton) en Hamburg (700.000 ton). We willen het nummer een blijven omdat het een groeisector is". Volgens van Rouveroij is de druk om de huidige generatie biobrandstoffen op basis van voeding (suikerriet, suikerbiet, tarwe, maïs, palmolie, soja, koolzaadolie) stil te leggen zo groot, dat er dringend werk moet worden gemaakt van die tweede generatie. "Maar die kan enkel tot stand komen als de eerste generatie rendabel is".
Van Rouveroij vindt het immoreel dat Belgische politici gedurende jaren gevraagd hebben aan bedrijven om te investeren in biobrandstoffen om ze daarna, zodra de investeringen zijn uitgevoerd, af te schieten. "Als Vlaams minister van Mobiliteit Kathleen van Brempt (sp.a) De Lijn verbiedt met biobrandstof te rijden, dan is ze bezig om een hele industrie de nek om te draaien. Want als de eerste generatie biobrandstoffen geen kans krijgt, komt ook de tweede er niet. De investeringen in onze haven voldoen aan alle Europese criteria terzake". Probleem is dat de Belgische brandstoffenverdelers weinig interesse hebben om aan de pomp diesel en benzine aan te bieden die voor een deel uit biobrandstof bestaan. De fiscaal vrijgestelde biodiesel is ook duurder geworden dan de gewone diesel. Bedrijven die in biobrandstoffen investeerden, krijgen dus amper hun productie aan de man in België.
Bioro, een joint venture tussen de Amerikaanse voedingsgigant Cargill, GIMV en de West-Vlaamse groep Vanden Avenne, investeerde 83 miljoen euro in de grootste biodieselfabriek van het land, op basis van koolzaad. Alco Bio Fuel, een joint venture van EdF en Alcofinance, heeft een fabriek voor de productie van bio-ethanol in de haven van Gent. Oleon heeft een fabriek in Ertvelde. In totaal gaat het om 250 miljoen euro investeringen.(MP)
Bron: De Tijd