"Belgische warenhuizen 10% duurder dan Nederlandse"

Bewerkte voedingsproducten zijn in Belgische warenhuizen tien procent duurder dan in Nederland. Dat heeft vooral te maken met de marktstructuur van de distributiesector in beide landen, de rentabiliteit en de arbeidskost, zo blijkt uit een studie van de Belgische Mededingingsautoriteit, waarvan de tussentijdse resultaten werden bekendgemaakt. Ook met Duitsland (9%) en Frankrijk (8%) zijn er vergelijkbare verschillen.

In de studie, die minister van Economie Vincent Van Quickenborne liet uitvoeren naar aanleiding van het jaarverslag van het Prijzenobservatorium, wordt het prijsverschil onderzocht voor bereide voedingsproducten in supermarkten in België en Nederland. Omdat gezocht werd naar identieke producten, gaat het voornamelijk om merkproducten of A-producten en huisproducten (B-producten), voor zover die in Nederland hetzelfde zijn. Daarbij moet al opgemerkt worden dat het prijsverschil tussen de merk- en huisproducten in België gevoelig groter is dan in de buurlanden.

De studie baseert zich op 37.000 prijsopnames in België, 20.000 in Frankrijk, 18.000 in Nederland en 7.000 in Duitsland. Er werd gewerkt op basis van de barcodes van de producten, waardoor ook de verkochte volumes mee in rekening konden worden gebracht. Kortingsbonnen zijn niet meegerekend, terwijl die in België heel wat populairder zijn dan in de buurlanden.

De Nederlandse distributiemarkt verschilt grondig van de Belgische. De markt bij de noorderburen is de helft groter en eentalig en één keten heeft een grote impact op het prijsniveau, stelde Jacques Steenbergen bij de voorstelling. In België wordt de prijszetting eerder bepaald door minder rendabele ketens. Deze zijn vaak onderdeel van een internationale groep, maar blijven op de Belgische markt omdat een sluiting te duur is.

Voorts is er een duidelijk verschil in arbeidskost. Dat heeft niet zozeer met het loon te maken, maar met het soort arbeidscontracten. Nederland telt vooral veel 25- of -22-jarigen op de werkvloer die 16 uur per week werken zonder vaste uren. In de sector luidt het volgens Steenbergen dat de arbeidskost voor het winkelpersoneel 30 procent hoger ligt in België dan in Nederland. Het management kost dan weer meer in Nederland.

Van Steenbergen wees erop dat de Belgische wetgeving niet meteen een probleem is. België telt immers meer warenhuizen dat de buurlanden. Ook de wet op de openingsuren is op zich niet problematisch omdat de sociale kost voor het langer open houden van warenhuizen te hoog ligt. Het opheffen van het verbod op de verkoop op verlies kan wel een gunstig effect hebben op de prijzen. In Frankrijk was er een effect van één procentpunt op de inflatie.