Belg eet een kilo Italiaanse charcuterie per jaar
nieuwsBelgië is de derde grootste markt van de Europese Unie en de vijfde in de wereld voor de import van Italiaanse ham, salami en mortadella. Dat blijkt uit een studie van Assica, de Italiaanse vereniging van vlees- en vleeswarenfabrikanten. De import is de eerste elf maanden van 2024 enorm toegenomen, zowel in volume (+20,7%) als in waarde (+11%). De gemiddelde Belg eet net geen kilo Italiaanse charcuterie per jaar.
De studie werd op 19 maart voorgesteld in Résidence Palace in Brussel, als onderdeel van het Europees ‘project Trust Your Taste, choose European Quality’. De Italiaanse charcuterie-export neemt wereldwijd toe, met België als één van de grootste groeiers. Tussen 2019 en 2023 steeg de totale Italiaanse export in charcuterie met 12,8 procent in volume en met 9,2 procent in waarde.
De Belg eet dubbel zoveel Italiaanse charcuterie als de Fransen en de Duitsers, nochtans de belangrijkste wereldmarkten in de sector. Inwoners van ons land eten gemiddeld 918 gram Italiaanse charcuterie. De Kroaten en Slovenen zijn de enigen binnen de Europese Unie die meer Italiaanse ham en salami eten dan de Belgen. Italië zelf niet meegerekend, uiteraard.
Ondanks varkenspest en grondstofprijzen
Davide Calderone, Directeur van ASSICA, kijkt tevreden naar de cijfers. "Gezien de verschillende moeilijkheden die de sector heeft gehad, is dit zonder twijfel een zeer bemoedigende resultaat”, klinkt het. “Zo zijn er de hoge grondstofprijzen en de handelsbeperkingen als gevolg van de verspreiding van Afrikaanse varkenspest (AVP). De toename van de energiekosten en de internationale politieke context, hebben ook een invloed op de sector gehad."
“Wij willen de Europese Commissie niet alleen danken voor de steun aan de promotiecampagnes, maar ook voor het aannemen van de strategische richtlijnen die het Europese landbouw- en voedselbeleid de komende vijf jaar zullen leiden. Voor onze sector is dit een complete vernieuwing, die we in de praktijk bevestigd willen zien. De stap naar een inclusieve en niet-discriminerende benadering, met name voor de veeteeltsector, is een positieve ontwikkeling die erkenning verdient”, voegt hij eraan toe.

Bron: Eigen berichtgeving