Beleid bestudeert verdoken armoede
nieuwsSociale diensten en landbouwconsulenten zijn het er unaniem overeens: boeren die (financieel) in de rats zitten, zullen niet gauw steun zoeken. Daarvoor is de fierheid van de boer te groot. Gespecialiseerde diensten bestaan, maar de drempel blijkt hoog te liggen. "En vinden de landbouwers de weg naar het OCMW wanneer boeren overleven wordt?", vroegen de organisatoren zich af.
Uit getuigenissen van OCMW-functionarissen blijkt dat er maar weinig land- of tuinbouw(st)ers bij OCMW's aankloppen. "Ze hopen dat ze daar nooit moeten binnenwandelen", getuigt Louis Van Ammel. Hij is zelf landbouwer en tevens OCMW-voorzitter in Merksplas. Aan details merkt hij wanneer collega's het niet meer zien zitten. "Op vergaderingen blijven ze weg. Ze zijn depressief, de bedrijfsvoering gebeurt niet meer accuraat, ze lopen moedeloos op hun erf".
Martine Matthijs is OCMW-secretaris in Kaprijke en trouwde met een akkerbouwer. "Maar begin dit jaar zijn we gestopt. Het kon gewoon niet verder. Mijn man heeft gelukkig ander werk gevonden nu". Tewerkstellingsmaatregelen in overvloed, maar niet voor de boeren, zo stelt ze vast. "Zij blijven in de kou staan. Op enkele uitzonderingen na kunnen ze niet rekenen op een leefloon".
Landbouwbedrijven die stoppen: vorig jaar waren het er meer dan 1.600. Ook Georges Van Keerberghen, verantwoordelijk voor de vzw Crisis en Armoede binnen de Boerenbond, kan er over meespreken. Landbouwers die het niet meer zien zitten, kunnen naar een noodtelefoon bellen voor advies en hulp. "Toen we zo'n 7 jaar geleden startten, bestond voor zo'n 10 procent van die oproepen de oplossing in het stopzetten van het bedrijf. Nu is dat de helft".
Stoppen is nochtans allesbehalve makkelijk. "Boeren is een levenswijze", luidt het meer dan eens. Dikwijls wordt er op het bedrijf al generaties lang geboerd. Aan die traditie een eind maken, is een bijzonder aangrijpend proces.
Diegenen die -uiteindelijk- de alarmbel luiden, zijn veelal vrouwen. "Tachtig procent van de bellers zijn vrouwen", zegt Van Keerberghen. Boeren blijven koppig (vergeefs) hopen dat het wel beter wordt. Een vrouw staat iets verder af van het bedrijf en kan alles nuchterder inschatten. Omdat zij meestal de portefeuille beheert, merkt ze als eerste wanneer het moeilijk wordt om de eindjes nog aan elkaar te knopen". "OCMW's moeten dan ook proberen om de vrouwen te bereiken. Zij zullen als eerste een signaal geven dat hulp welkom is".
Hoe overleven de landbouw(st)ers die toch blijven boeren? Ton Vernimmen (UG) deed er onderzoek naar. Een mogelijkheid is het bedrijf uitbreiden. Maar dat is allesbehalve makkelijk. De strikte milieureglementering remt een uitbreiding van de veestapel af. Meer grond verwerven is met de grondschaarste en de exuberante prijzen ook al geen lachtertje.
Diversificatie? "Voor kleine bedrijven is starten met een hoevewinkel, laat staan hoevetoerisme, te kapitaalsintensief", zegt Vernimmen. "Dat één van de partners een job buitenshuis zoekt, is de meest toegankelijke oplossing voor hen. Maar daar hebben alleenstaande boeren niks aan natuurlijk".
Misschien kunnen projecten als zorgboerderijen voor een extraatje zorgen? "Maar dan moet er wel een degelijke vergoeding komen. Die is er nu niet", zegt Hedwig Dom, die in Merchtem een project op poten zette. Zowel voor de boeren zelf als voor de "zorgboeren" zijn dergelijke projecten wel degelijk erg helend. "De zorgboer, bijvoorbeeld een psychiatrische patiënt, wordt helemaal meegezogen door de passie van de boer en vindt zijn levensvreugde terug", klinkt het.
Land- en tuinbouwbedrijven in moeilijkheden kunnen voortaan makkelijker steun krijgen, presiceerde Jo Vaerewyck van het kabinet van Vlaams minister van Landbouw Vera Dua. Die hulp bestaat erin dat een begeleidingscentrum een doorlichting maakt van het bedrijf en een stappenplan opstelt waardoor het bedrijf leefbaar(der) wordt.
Dat sociale diensten armoede in de landbouw beter moeten (h)erkennen, is niet makkelijk. "Door de verstrengeling van het bedrijfs- en gezinsinkomen is die armoede immers vaak verdoken", gaf ook Danny Vandebeeck (VAC) toe. Maar het is noodzakelijk dat ze wordt opgespoord. "Want achter elke landbouwer staat een heel gezin".
Bron: Belga</i>