Barslecht imkerjaar resulteert in driekwart minder honingopbrengst

Magere honingopbrengst

Niet enkel de land- en tuinbouwers gaan dit jaar gebukt onder de gevolgen van de extreme regenval. Ook voor de Vlaamse imkers en hun bijen is 2024 al een uitdagend jaar geweest. Imkers melden dat hun honingopbrengsten aanzienlijk lager zijn dan andere jaren. “2024 is een uitzonderlijk moeilijk imkerjaar”, vertelt Jef Torfs, professionele imker uit Aarschot met zo’n 1.200 productiekasten. “De meeste Vlaamse imkers hebben twee oogsten, de voorjaars- en de zomeroogst waarvan de honingopbrengsten dit jaar beiden rampzalig zijn. De honingoogst zal maar een derde of een vierde zijn van andere jaren. Momenteel slingeren we de derde oogst van zonnebloem en heide, met voorlopig erg gunstige resultaten, maar dat zal het jaar niet goedmaken.”

Regenweer

De weersomstandigheden zoals we ze de voorbije maanden gekend hebben, hebben ook een impact op de bijenstanden. Tijdens periodes van veel regenval wordt de honingproductie door de bijen aanzienlijk bemoeilijkt. “Bijen kunnen niet uitvliegen als het regent omdat hun vleugels nat en zwaar worden waardoor ze moeilijk vliegen. Dit beperkt hun vermogen om de nectar van bloemen te verzamelen”, vertelt Torfs. Het regenweer beïnvloedt daarnaast ook de bloei van de bloemen, zowel door directe schade aan de bloesems, als door minder zonlicht, wat noodzakelijk is voor de productie van nectar. Minder zonlicht zorgt voor een verminderde fotosynthese waardoor bloemen minder nectar produceren. “Koolzaad is één van de belangrijkste drachtplanten voor bijen, maar de bloem van koolzaad staat recht omhoog, waardoor bij veel regen de nectar van de bloem wordt weggespoeld. Hierdoor wordt de beschikbaarheid van nectar voor de bijen verminderd. De piek van de koolzaaddracht viel dit jaar ook samen met een koudere periode waardoor de bijen de dracht grotendeels gemist hebben.”

Naast een karige honingopbrengst bemoeilijken natte weersomstandigheden ook de natuurlijke ontwikkeling van het bijenvolk. De bevruchting van een bijenkoningin gebeurt tijdens speciale paringsvluchten waarbij ze uitvliegt om door meerdere darren bevrucht te worden. Dat gebeurt bij temperaturen vanaf 20 graden en wat zon. Veel regen kan deze vluchten verstoren, waardoor de koningin niet of onvoldoende bevrucht kan worden. Een koningin die niet of te laat bevrucht wordt, beïnvloedt de productiviteit en de broedontwikkeling van een bijenvolk waardoor het voorbestaan van de kolonie op termijn bemoeilijkt kan worden.  “Als de koningin een paar dagen of weken vertraging oploopt met het leggen van eieren, slinkt de populatie en herstelt het volk minder snel in grootte”, aldus Torfs.