"Angstberichten over gewasbescherming doen ons evolueren naar een landbouw buiten Europa"

Uit een recent onderzoek van het Pesticide Action Network (PAN), bleek dat er steeds meer gewasbeschermingsmiddelen op fruit worden aangetroffen en dat België tot de grootgebruikers behoort in Europa. Zowel het onderzoek als de berichtgeving hierover vielen niet in goede aarde bij professor Pieter Spanoghe (UGent), gespecialiseerd in gewasbeschermingsmiddelen. Hij kroop in zijn pen voor een les in geschiedenis.

9 oktober 2022  – Laatst bijgewerkt om 10 oktober 2022 7:42
Lees meer over:

In februari verscheen in De Morgen een artikel over paracetamol. Ik citeer: “Van Antwerpen tot Antarctica: overal zit er paracetamol in het water.” Ik was bijzonder verrast. Nam paracetamol als geneesmiddel in de loop der jaren de stok van DDT over in de aflossingskoers der chemicaliën in onze leefwereld? Is die stok vandaag in de handen gestopt van industriële chemicaliën als PFOS en PFAS?

De bestseller van Rachel Carson, Silent Spring, viert ondertussen zijn 60ste verjaardag. Als we iets geleerd hebben in de landbouw over DDT is het dat onze wet op erkenning van gewasbeschermingsmiddelen zo streng is, zodat deze DDT-geschiedenis zich niet zou herhalen in de landbouw. Op deze verjaardag kunnen we net als de lobbygroep van het Pestcide Action Netwerk (PAN) stilstaan bij wat beter kan en beter moet. Het is echter goed om ook stil te staan bij de kennis die we allen dankzij deze geschiedenis van de chemische gewasbescherming hebben verworven en die er toe leidde om vele levens te redden.

We zijn niet de enigen die op onze wereldbol rondlopen en onze gewassen op de akker lekker vinden. Schimmels, bacteriën, virussen en insecten eten ze ook graag. Willen we vlees op ons bord zullen we onze gewassen moeten voederen aan dieren. We zijn in competitie met de levende wereld rondom ons. We willen die competitie vooral winnen. Louise Fresco, Nederlandse wetenschapster en voormalige bestuurder bij FAO en de universiteit van Wageningen verwoordde dit onlangs als volgt: “Natuur is een hel. Het is eten of gegeten worden. Zo werken ecosystemen, zo werkt een kringloop. Natuur is niet mooi of goed, je kunt er geen morele waarden aan ontlenen.”

Onze omgeving laat ons inderdaad niet met rust. Vandaag laten heel wat mensen zich voor de vierde of vijfde keer vaccineren om het COVID -virus te slim af te zijn. We bestrijden muggen in de tropen omdat zij malaria van de ene naar de andere mens overbrengen. We ervaren overlast van ongedierte als ratten en muizen in onze huizen. Ook onze landbouw blijft niet gespaard. Onkruiden, ziekten en plagen door insecten teisteren onze gewassen.

We kunnen ons afvragen hoe het ooit zo ver is kunnen komen dat PAN haar verhaal nu de wereld instuurt. Slechts een klein aantal gewasbeschermingsmiddelen was gekend vóór de jaren 1900. Zwavel is zo’n chemische stof. Het werd al toegepast ten tijde van de Romeinen. Om de overwintering van ziekten en plagen tegen te gaan, werd tijdens de Middeleeuwen het drieslagstelsel toegepast. Dat bleek niet zo efficiënt doordat het land een jaar braak werd gehouden. De bevolking nam in die tijd dan ook nauwelijks toe. Door gewaswissel op hetzelfde perceel werd wel de kans op oogstderving door ziekten en plagen verminderd. Niet elk jaar was even succesvol met dikwijls honger tot gevolg. De aardappelplaag halfweg de 19de eeuw bereikte een dramatisch hoogtepunt met grootse sterfte en volksverhuizingen tot gevolg. Niet alleen de Ierse bevolking belandde zo in Amerika, ook bij ons in Vlaanderen was er grootse schaarste.

Groene Revolutie

Na de Bordeauxse pap, een kopermengsel, ontdekt net voor de eeuwwisseling van 1900, gaf de chemie in de jaren 1940 met DDT het startschot en het nekschot aan de chemische gewasbescherming. Dankzij de combinatie met kunstmest, bestrijdingsmiddelen en irrigatie steeg in de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw onder meer in Mexico, India en Pakistan de graanproductie explosief. Later herhaalden we dat trucje voor de rijstoogst in landen als China en Indonesië. De Amerikaanse agronoom Borlaug, die aan de basis stond van deze ommekeer in de landbouw, redde meer levens in de geschiedenis dan wie ook. Hij kreeg daarom de Nobelprijs voor de vrede. De spectaculaire voedseltoename werd, analoog aan het succes dat we ervaarden tijdens de Industriële Revolutie rond 1800, de Groene Revolutie genoemd. De hoge toename in productie voorkwam dat we meer land aan de landbouw opofferden; het bos en de natuur werden om de toenemende wereldbevolking te voeden gevrijwaard.

Pieter Spanoghe

Carsons grote verdienste is dat zij onze blik van ons eigen lichaam en onze eigen gezondheid, verruimde naar onze leefomgeving, het milieu

Pieter Spanoghe - Professor gewasbescherming

Het is een understatement te stellen dat DDT, het wonderpoeder, in die tijd massaal werd gebruikt; het redde tijdens de tweede wereldoorlog duizenden soldaten, door tyfus bedreigd. Van het slagveld vond DDT nadien zijn weg naar de boer en de particulier. Carson beschreef in haar boek verrassend snel een onderzoek dat aantoonde dat DDT de eierschalen van veel soorten vogels dunner maakte waarbij het sterftecijfer van de jongen toenam. Haar grote verdienste is wel dat zij onze blik van ons eigen lichaam en onze eigen gezondheid, verruimde naar onze leefomgeving, het milieu.

DDT verdween en verdwijnt, met een halfwaardetijd van 30 jaar, tergend langzaam van onze aardbol: “Van de Noordpool tot in Antarctica: overal is er DDT”. We vonden het een paar jaar geleden hier bij ons nog in vrij hoge hoeveelheden in mezen, tijdens het onderzoek gecoördineerd door VELT. Dit alles in ogenschouw genomen lijkt het logisch dat we dit type van middelen vandaag niet meer gebruiken. Er zijn echter ook mensen die stellen dat het bannen van DDT waarbij meer dan 300 miljoen afrikanen jaarlijks lijden door acute malaria een misdaad tegen de mensheid is.

Voortschrijdend inzicht

We kunnen ons net als PAN afvragen of we in al die jaren iets geleerd hebben. De evolutie van de wetgeving rond gewasbeschermingsmiddelen is de bakermat van hoe we wereldwijd met alle chemische stoffen omgaan. Het voortschrijdend inzicht van de voorbije 60 jaar was een bron van inspiratie om het steeds beter te doen. In de jaren 1960 stelden we vast dat de nieuwe chemische gewasbeschermingsmiddelen toch niet zo deugdzaam waren als aanvankelijk gedacht. Het ongebreideld gebruik werd voor het eerst bij wet aan banden gelegd en aandacht ging naar de beschermkledij van de gebruiker om zo de toxische blootstelling te verminderen. Omdat hoge residu’s in de mens en het milieu werden vastgesteld verstrengde de pesticidenwet in de jaren 1970. Beter inzicht in de leer van de toxicologie en de werking van de middelen leidde tot het definitief verbod van meerdere stoffen, waaronder ook DDT.

De jaren 1980 brachten ons kennis over de vele neveneffecten die gepaard gingen met het gebruik van een aantal gewasbeschermingsmiddelen. De wet eiste van ons onderzoek naar de complexe ecotoxiciteit van de middelen die vanaf dan op de markt kwamen. De wetgeving was tot dan toe nog steeds een nationaal gebeuren.

Het risico op kanker en hormonale verstoring wordt pas echt duidelijk in de jaren 1990. Een grote omwenteling in Europa is de gezamenlijke aanpak vanaf 1991 voor de beoordeling van het vermarkten van gewasbeschermingsmiddelen door alle lidstaten samen in Europa. Uniforme hoge eisen voor toxiciteit en ecotoxiciteit worden vanaf dan voor elk middel dat in Europa in de landbouw wordt toegepast gesteld. Er wordt volop ingezet om het gebruik en de impact te reduceren. In Vlaanderen zullen deze inspanningen op 20 jaar tijd resulteren in meer dan een halvering van de impact op mens en milieu. Onder druk van de publieke opinie ontstaan in de jaren 2000 het gebruik van labels en etiketten zoals Flandria en het Biolabel. Aanvankelijk zijn dit vrijwillige initiatieven die naast de wettelijke voorschriften via lastenboeken extra inspanningen vragen aan de land- en tuinbouwer om zo rationeel mogelijk gewasbeschermingsmiddelen toe te passen en af te stappen van de wekelijkse kalenderbespuitingen.

In de jaren 2010 integreren we nieuwe inzichten van de (eco)toxicologie in de wetgeving en eisen we nog extra bijkomende studies van de bedrijven die gewasbeschermingsmiddelen op de markt brengen. Vliegtuigbespuiting gaan we in Europa verbieden en we hebben bijzondere aandacht voor de gevoelige bevolkingsgroepen als het ongeboren kind, de zieke of de oudere. In het kader van duurzaam gebruik wordt de gebruiker verplicht om een fytolicentie aan te vragen en bijlessen te volgen. Er is een splitsing in amateur en professionele middelen op de markt. Omwille van observaties van blijvende druk van gewasbeschermingsmiddelen op mens en milieu werd in de jaren 2020 de Green Deal gestemd.

Green Deal

De EU-Green Deal predikt een andere weg dan de weg die tot dan toe werd bewandeld. Tegen 2030 wil Europa evolueren naar een gezonder en duurzamer Europees voedselsysteem. Dit vertaalt zich in het gebruik van natuurlijke pesticiden of bio-pesticiden. Dit zijn gewasbeschermingsmiddelen waarvan de werkzame stof een van nature voorkomende stof is, in tegenstelling tot een chemisch middel waarvan de werkzame stof door de mens wordt gesynthetiseerd. Wij kijken in Europa vooruit en niet achteruit en we ondernemen actie om het gebruik, het gevaar en het risico van de huidige chemische gewasbeschermingsmiddelen met de helft te verminderen. Dit zal vermoedelijk een huzarenstuk worden aangezien de wereldvraag voor granen al dagelijks stijgt. Deze toename willen wij daarenboven met het bestaande land produceren. Van oorlog was tijdens de stemming van de Green Deal geen sprake.

We definiëren voedselsoevereiniteit als het recht van volkeren op gezond en cultureel passend voedsel, geproduceerd met duurzame methoden en hun recht hun eigen systemen voor voedsel en landbouw te bepalen. Deze term wordt vaak gebruikt om kleine boeren in het Zuiden te beschermen tegen grootgrondbezitters en multinationals. Het zou goed zijn mochten wij de overheid kunnen opdragen om het vandaag ook voor de lokale land- en tuinbouwer op te nemen tegen de hoge druk die hen uit diverse hoeken treft.

De uitdagingen nemen toe in het veld en de gevolgen zijn in de hele voedselketen voelbaar. Door het wegvallen van steeds meer gewasbeschermingsmiddelen vanuit de wetgeving krijgen boeren de plagen, onkruiden en ziekten steeds minder onder controle. Alternatieve middelen bieden lang niet dezelfde garantie of verzekering als chemische op oogst en inkomen. Om de ontwikkeling van resistente plagen, en ziekten te vermijden is het noodzakelijk om af te wisselen met gewasbeschermingsmiddelen met verschillende werkingswijzen. En alsof dat nog niet voldoende is, wordt de land- en tuinbouwer nog eens door de klimaatverandering met nieuwe ziekten en plagen geconfronteerd.

Ecologische kolonisatie van de derde wereld waar niet omgekeken wordt naar duurzame teeltwijzen kan niet de bedoeling zijn van gelijk welke Green Deal

Pieter Spanoghe - Professor gewasbescherming

De natuur is niet te temmen, de mens misschien wel? Dat wij onder invloed van angstberichten door PAN sluimerend evolueren naar een landbouw buiten Europa is niet goed. Ik sta niet voor een simplistische keuze van het sluiten en buitenwippen van boeren alhier die niet geholpen worden om het anders aan te pakken. Ecologische kolonisatie van de derde wereld waar niet omgekeken wordt naar duurzame teeltwijzen kan niet de bedoeling zijn van gelijk welke Green Deal.

Agrochemie bannen in Europa, waar PAN voor staat, enkel en alleen omdat het door de mens is gefabriceerd, lijkt niet wenselijk. Er verantwoord mee omgaan met respect voor mens en omgeving moet een optie blijven. Zinvoller voor PAN is dat zij volop de kaart kiezen om u en mij er op te wijzen dat ons gedrag de drijvende kracht is achter het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Naar verluidt gaat in Europa tot 25 procent van alle geproduceerde calorieën verloren in de voedselketen. Voeding verdwijnt gewoon in de vuilbak. Willen die hoeveelheden die we verkwisten nu net de winst zijn die we van het veld extra binnenhalen dankzij het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.

Het is niet omdat er pesticiden teruggevonden worden, dat er gezondheidsrisico’s zijn

Pieter Spanoghe - Professor gewasbescherming

Tot slot kan ik het niet genoeg herhalen dat wij samen met de overheid er grondig op toezien dat het fruit en de groente dat bij ons in België op de markt komt, volkomen veilig is. Onze wet laat het gebruik van problematische gewasbeschermingsmiddelen gewoon niet toe. Het is niet omdat er pesticiden teruggevonden worden, dat er gezondheidsrisico’s zijn. En op de vraag of die sporen van pesticiden waarvan PAN over spreekt al dan niet schadelijk zijn verwijs ik graag naar het antwoord van collega professor in de toxicologie Alfred Bernard (UCLouvain): “Bedenk dat het voordeel van groenten en fruit al meer dan 40 jaar bewezen is, toen er nog bijna geen controle was op pesticiden waaronder de verschrikkelijke organochloorverbindingen.”


Met dit opiniestuk wil de auteur een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

De Auteur

Professor Pieter Spanoghe is expert gewasbescherming en verbonden aan de UGent.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek