nieuws

Amerikaanse biotech-bedrijven inspireren Gabriels

nieuws
Het debat over het al dan niet toelaten van genetische gemodificeerde organismen (GGO's) mag niet blijven steken in one-liners pro en contra. Evenmin mag het louter gevoerd worden in de Westerse landen. Ook de ontwikkelingslanden moeten hierin hun zeg krijgen. Die boodschap kreeg federaal landbouwminister Jaak Gabriëls mee tijdens een driedaagse trip naar Washington.
3 mei 2001  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 13:51
Het debat over het al dan niet toelaten van genetische gemodificeerde organismen (GGO's) mag niet blijven steken in one-liners pro en contra. Evenmin mag het louter gevoerd worden in de Westerse landen. Ook de ontwikkelingslanden moeten hierin hun zeg krijgen. Die boodschap kreeg federaal landbouwminister Jaak Gabriëls mee tijdens een driedaagse trip naar Washington.

De VLD-minister wil onder het Belgisch EU-voorzitterschap in het najaar een informele landbouwraad houden met als thema "nieuwe technologieën in de landbouw". Gabriëls zal daarbij vooral proberen het debat over het gebruik van GGO's in de voedselketen te heropenen. De discussie blijft vandaag immers al te vaak steken in een welles-nietes-spel tussen voor- en tegenstanders; respectievelijk biotechbedrijven als Monsanto en milieubedrijven als Greenpeace die begrippen als "Frankenstein"- en "Terminator"-voedsel niet schuwen.

Tijdens zijn bezoek aan Washington DC en de staat Maryland deed Gabriëls alvast een pak terreinkennis op bij vooraanstaande Amerikaanse biotech-bedrijven en onderzoeksinstituten.

Maryland vormt met z'n 6.500 technologiebedrijven één van de belangrijkste technologiecentra in de VS. Vooral in de sector van de biotechnologie staat Maryland, dat circa 5 miljoen inwoners telt, bijzonder sterk. Ondermeer het vermaarde Agricultural Research Services Center is er gevestigd. Gabriëls zag er projecten rond het kweken van gezondere -en naar verluidt lekkerdere- (GGO-)tomaten èn omtrent het invriezen van embryo's van varkens.

Gabriëls ging in Washington DC langs bij het International Food Policy Institute, dat al 26 jaar lang probeert ontwikkelingslanden te helpen in hun strijd tegen hongersnood. Wereldwijd lijden 800 miljoen mensen honger, 160 miljoen kinderen zijn ondervoed, elk jaar worden een half miljoen kinderen blind door een gebrek aan vitamine A. Misschien kan genetisch gemanipuleerd voedsel hier iets aan verhelpen, oppert Per-Pinstrup Andersen, directeur van het IFPI. Hij verwijst daarbij naar gewassen die beter beschermd zijn tegen droogte en ziektes, of die rijk(er) zijn aan vitamine A en ijzer.

Het debat over GGO's wordt vandaag eenzijdig gevoerd en staat bol van overdrijvingen, aldus Andersen. "De situatie in België is anders dan die in Mali". In de ontwikkelingslanden is de meerderheid van de bevolking afhankelijk van de landbouwopbrengsten. Als biotechnologie ervoor kan zorgen dat er meer geoogst wordt, stijgt het inkomen van de plaatselijke kleine boeren en daalt (door het grotere aanbod) de prijs van het voedsel. In derdewereldlanden besteden de inwoners vandaag 50 tot 80 procent van hun inkomen aan voedsel, terwijl dat in de Westerse landen amper 10 tot 15 procent is. "Betere oogsten en lagere voedselprijzen betekenen dus heel wat voor die mensen", zei Andersen. "Het is niet omdat Europa geen GGO's wil binnenlaten, dat we dit aan de ontwikkelingslanden moeten verbieden. Laat hen maar bepalen", klonk het.

Maar dat is voor die derde-wereldlanden makkelijker gezegd dan gedaan. Willen ze de weg van het ggo-voedsel opgaan, dan hebben ze Westerse (wetenschappelijke) hulp nodig en liefst ook een Westerse afzetmarkt voor hun (genetisch gemodificeerde) voedingsproducten. En dat kunnen ze vergeten als de rijkere geïndustrialiseerde (vooral Europese) landen halsstarrig blijven weigeren de grenzen te openen voor "Frankenstein"-voedsel. "Biotechnologie resoluut afschrijven zonder stil te staan bij de gevolgen die dit voor veel wereldburgers heeft (hongersnood, ondervoeding, kindersterfte,..), is even onethisch en dom als blind vertrouwen in biotechnologie zonder de risico's ervan te onderzoeken voor bijvoorbeeld biodiversiteit en voedselveiligheid", besloot Andersen. Een stelling die ongetwijfeld aan bod zal komen op de informele landbouwraad half september in Alden-Biesen.

Bron: Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek