Ambitieus plan moet doorstart slachthuis Bastenaken verzekeren

Er ligt een ambitieus plan op tafel voor een doorstart van het slachthuis van Bastenaken. Bernard Gotta van de bedrijven Bernard Gotta en Viande Liège en Marcel Peters, hoofd van de vleesgroep PEMA, investeren samen 16 miljoen euro in de overname. In 2024 willen ze het slachthuis, dat sinds het Veviba-schandaal in 2018 stil ligt, opnieuw operationeel krijgen.

31 augustus 2022  – Laatste update 31 augustus 2022 21:31
Lees meer over:
slachthuis Bastenaken overname

Bewogen jaren

Het slachthuis in Bastenaken kende sinds dat schandaal bewogen jaren. In 2018 verloor het slachthuis, dat onder de naam Veviba opereerde, zijn vergunning nadat fraude met etiketten en vervaldata aan het licht kwam. Kort nadien kondigde Veviba aan dat het verder ging onder de naam Qualibeef. De familie Verbist, die tot dan toe eigenaar was, stapte uit het management om de doorstart van het bedrijf niet in het gedrang te brengen. Maar dat mocht niet baten, in augustus 2018 werd Qualibeef en het slachthuis in Bastenaken failliet verklaard.

In mei dit jaar kwam het nieuws dat er na een moeizame zoektocht eindelijk een overnemer was gevonden. "Het slachthuis van Bastenaken is één van de meest krachtige instrumenten in België op vlak van de valorisatie van het vlees", aldus burgemeester van Bastenaken Benoit Lutgen. "Er moest dus een investeerder gevonden worden die ervaring had in de materie."

Samenwerking tussen twee Luikse ondernemers

Die werd gevonden bij de overnemers Marcel Peters van PEMA Meat Group, die onder meer het slachthuis van Saint-Vith heeft, en Bernard Gotta van de Luikse bedrijven Bernard Gotta en Viande Liège, dat ongeveer 60 mensen tewerkstelt en 35 miljoen euro omzet draait.

Beide ondernemingen zijn erg complementair. Marcel Peters is actief in het slachten van runderen en het versnijden van runder- en varkenskarkassen en verhandelt zijn producten vooral naar supermarkten en de horeca. Bernard Gotta houdt zich enkel bezig met het versnijden van karkassen en mikt in de eerste plaats op Belgische slagers, maar ook op middelgrote en grote distributiekanalen.

Zowel Peters als Gotta beseften al even dat ze op hun bestaande locaties de limiet hadden bereikt met hun activiteiten. Daarop besloten ze samen op zoek te gaan naar een bijkomende site. Hun oog viel al gauw op het slachthuis in Bastenaken. In mei van dit jaar stemde de groep Idelux, dat gedeeltelijk eigenaar was van het slachthuis, in met het overnamebod door de twee Luikse investeerders. 

Omzet van 100 miljoen euro per jaar

Intussen ligt er een plan op tafel om de doorstart van het slachthuis te garanderen. Peters en Gotta leggen 16 miljoen euro op tafel voor de site. Op het 7 hectare grote terrein willen ze ook hun bestaande activiteiten groeperen. Daarnaast willen ze de oppervlakte van de stallen verdubbelen en de slachtlijn moderniseren zodat er 800 runderen per week geslacht kunnen worden. De uitsnijderij zal zo’n 1.500 varkens per week moeten versnijden. Verschillende processen zullen ook geautomatiseerd worden.

Begin 2024 willen beide ondernemers de werkzaamheden in Bastenaken aanvatten, om datzelfde jaar nog van start te kunnen gaan. Tijdens het eerste jaar willen ze al een omzet van 100 miljoen euro bereiken. In totaal zullen er ongeveer 180 mensen tewerk worden gesteld op de site.

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek