Afwaardering positieve braadkippen vraagt oplossing

Vanaf 1 december moet met Salmonella enteritidis of Salmonella typhimurium besmet pluimveevlees een hittebehandeling ondergaan vooraleer het in de handel gebracht mag worden. De Europese verordening is van toepassing op de slachthuizen, maar heeft ook gevolgen voor braadkippenbedrijven. “Onze boeren staat een afwaardering van dit vlees te wachten”, zegt Wouter Wytynck van Boerenbond.

Op 1 december werd de Europese verordening van kracht die bepaalt dat er geen vers pluimveevlees in de handel gebracht mag worden dat besmet is met Salmonella enteritidis of Salmonella typhimurium. De verordening gaat veel verder dan het Europees goedgekeurde salmonellareductieplan, dat minder dan één procent positieve koppels als doelstelling vooropstelt

“Het pijnpunt wordt de afname van de positieve koppels”, meent Wytynck. “De vraag is of er voldoende goodwill is bij de verwerking om dit vlees tegen de marktprijs aan te kopen. De slachthuisverenigingen stellen nu al dat er een substantiële afwaardering van dit vlees verwacht mag worden.”

Pluimveehouders doen er dus best alles aan om de insleep van Salmonella op hun bedrijf te voorkomen. Om na een bedrijfsbesmetting snel weer vrij van de ziekte te geraken, kunnen pluimveehouders beroep doen op hun bedrijfsdierenarts en de expertise van de ‘salmonelladierenarts’ van Dierengezondheidszorg Vlaanderen.

Vanwege de afwaardering van het vlees die in het vooruitzicht wordt gesteld, willen de slachthuizen dat de volledige pluimveekolom voldoende geld verzamelt in een fonds om de schade te vergoeden. De pluimveehouders willen liefst dat de slachthuizen de kost voor besmette koppels doorrekenen naar de afnemers van het vlees. “Het komt erop aan een regeling te vinden die aanvaardbaar, transparant en betaalbaar is voor onze pluimveehouders”, zegt Wytynck. De komende weken wordt hier verder over onderhandeld.