Afvalbaronnen krijgen zware straffen

De Dendermondse strafrechtbank veroordeelde dinsdag afvalbaronnen Jules Van Gaeveren (64) uit Waasmunster en zijn zoon Eric Van Gaeveren (38) uit Temse tot zware boetes. Jules Van Gaeveren kreeg twee jaar cel, waarvan één jaar met uitstel, en 550.000 euro boete, waarvan de helft met uitstel. Erik Van Gaeveren werd veroordeeld tot zes maanden cel met uitstel en 27.500 euro boete, waarvan de helft met uitstel.

Veertien jaar lang stopten de beklaagden op terreinen langs de Durme allerlei afval, gaande van afbraakmateriaal, autobanden, est en siliconen, onder de grond en loosden ze mest in het water. Na honderden processen-verbaal kwam het eindelijk tot een proces en een vonnis.

Ook de drie vennootschappen van het tweetal, namelijk afvalbedrijven Yvaga uit Hamme, Vagaetrans uit Temse en NV Ten Roden kregen boetes opgelegd. Het gaat respectievelijk om 55. 000 euro, 50.000 euro en nog eens 50.000 euro, waarvan telkens 20.000 euro met uitstel. De rechtbank sprak ook een exploitatieverbod uit voor de firma's van Van Gaeveren in Sint-Anna in Hamme en Rodendries in Waasmunster, tot zolang de zaakvoerders hier niet de nodige vergunningen voor hebben.

Sinds 1990 stopten de twee mannen het afval van hun diverse afvalfirma's in de ondergrond rond de Durme, vaak in natuurgebied of kwetsbaar landbouwgebied. Naast bouwpuin en houtafval, ging het ook om een pak gevaarlijkere afvalmaterialen, zoals lood, metaal, asbest en siliconen. Bovendien bouwden vader en zoon Van Gaeveren een aantal gebouwen, waaronder hele appartementenblokken en woningen, zonder vergunning. Zo trokken ze in de wijk Maretak in Waasmunster zes huizen zonder de nodige vergunningen op, nadat ze eerst de ondergrond vol afval gestopt hadden.

De praktijken van Van Gaeveren leverden in al die jaren honderden processen-verbaal op. Dat het zo lang duurde vooraleer het tot een proces kwam, ligt volgens het Dendermondse parket ook aan de administratie van de provincie Oost-Vlaanderen. Vaststellingen van stedenbouwkundige ambtenaren lieten vaak eel te lang op zich wachten en herinneringsbrieven van het gerecht bleven onbeantwoord.

Dat het tweetal ondertussen gewoon verder afval bleef storten, pikte de rechtbank niet. Rechter Freddy Troch sprak van "egoïsme", "minachting voor het milieu" en "plat winstbejag". De beklaagden zelf vinden de straffen veel te zwaar en overwegen in beroep te gaan. "De rechtbank verklaart de feiten nogal snel bewezen", zegt hun advocaat Jan Ghysels. De beklaagden maakten zich in het verleden altijd sterk dat het dossier vol fouten zat. "Cowboyverhalen, die nooit afdoende werden gecontroleerd door het parket", klonk het.