ACP-landen eisen compensaties voor liberalisering

In Cancun wordt een stand van zaken opgemaakt van de zogenaamde Doha-ontwikkelingsronde. Velen betwijfelen of deze nieuwe afspraken rond liberalisering de ontwikkelingslanden wel echt ten goede zullen komen. De ACP-landen zijn voorlopig gematigd positief. Volgens Goulongana zijn de doelstellingen alvast goed, maar moet er meer vooruitgang geboekt worden in de praktijk.

De ACP-landen willen duidelijk een heel eind meegaan in het liberaliseringsdiscours. Cruciaal is voor hen wel dat zij bepaalde voordelen blijven behouden. Nu krijgen de ACP-landen vooral van Europa voordelige handelsvoorwaarden. In de mate dat voor iedereen de handelsbarrières afgebouwd worden, slinkt hun comparatief voordeel. Telkens opnieuw klinkt dan ook de vraag naar compensaties voor hun zwakke economische positie.

De topprioriteit voor de ACP-landen is landbouw. Dit is zeker het belangrijkste hoofdstuk in Cancun en van levensbelang voor veel ontwikkelingslanden. Zij eisen dat de rijke landen hun landbouwsubsidies fel verminderen, om zo exportkansen te bieden aan de boeren uit het Zuiden. Katoen is in deze een cruciale test. Enkele West-Afrikaanse landen zijn een offensief gestart om de subsidiëring aan katoenboeren in Europa en de VS te stoppen. Die subsidiëring stort de katoenboeren in de betrokken Afrikaanse landen letterlijk in armoede en hongersnood.

De ACP-landen hebben alvast de vergadering in Cancun goed voorbereid. Vroeger was de WTO een clubje waarin enkel de rijke landen het voor het zeggen hadden, maar meer en meer staan nu ook de ontwikkelingslanden op hun strepen. De ACP-landen zullen in Cancun overigens optreden als groep. Bovendien willen ze allianties smeden met andere ontwikkelingslanden, vooral dan de armste. Goulongana rekent ook op de EU-onderhandelaars voor steun. Toch maakt hij zich geen illusies dat Europa in de eerste plaats zal opkomen voor de eigen belangen.