Zweedse konijnen verwerkt tot biobrandstof

Duizenden konijnen die in de Zweedse hoofdstad Stockholm in het wild leven, worden gebruikt als biobrandstof voor de verwarming van huizen. Dat zegt een jager, die ingehuurd wordt door het plaatselijke stadsbestuur. Bij de Zweedse vereniging die zich het lot aantrekt van in het wild levende konijnen krijgt men koude rillingen van deze praktijk.

Het centrum van Stockholm zit opgescheept met een konijnenplaag. Het krioelt er niet alleen van de wilde konijnen, maar vaak gaat het ook om huisdieren die door hun baasjes gedumpt werden. Dit jaar werden al drieduizend konijnen afgeschoten, in 2008 stond de teller aan het eind van het jaar zelfs op zesduizend. "De konijnen vreten de stadsparken kapot", zegt jager Tommy Tuvunger.

“Eenmaal afgeschoten, worden de konijnen diepgevroren. Van zodra we er genoeg in onze diepvriezer hebben, komt een ruimingsdienst ze ophalen”, gaat Tuvunger verder. Daarna verhuizen de dieren naar een verbrandingsoven in Karlskoga, waar men uit de verbranding van de konijnen biobrandstof zou puren. Ook honden, katten, herten en koeien worden er verbrand.

Volgens critici zijn er betere manieren om de wildgroei van konijnen in Stockholm aan te pakken, zoals het besproeien van plantsoenen met chemische middelen waardoor konijnen ze niet meer lekker vinden. Tuvunger meent dat het probleem op die manier onmogelijk kan opgelost worden. "Dan verschuif je de overlast honderd meter", klinkt het.