Wijziging aan VLIF-steun voor landbouwers goedgekeurd
nieuwsOmdat de landbouwsector flink bleef investeren en het budget gelijk bleef, heeft de Vlaamse regering de steun vanuit het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) lineair met twee procent verlaagd om in de toekomst land- en tuinbouwers verder te blijven ondersteunen. Voorts is de belangrijkste wijziging een verhoging van de installatiesteun voor starters van 55.000 naar 70.000 euro.
Behalve de verhoging van de startersteun worden nog enkele wijzigingen aan de VLIF-voorwaarden doorgevoerd om dossiers sneller te kunnen afhandelen en in de toekomst minder informatie te moeten opvragen bij de aanvrager. De huidige werkwijze voor het aanvragen van VLIF-steun (1e en 2e luik) wordt gewijzigd in één unieke aanvraag voor de start van de investering. Begin volgend jaar zal een nieuwe informaticatoepassing operationeel worden die het moet toelaten om de informatie die reeds voorhanden is in databanken niet langer op te vragen.
De Vlaamse regering kiest ervoor om het open einde karakter van het VLIF-subsidiesysteem te behouden. Het open einde systeem garandeert elke aanvrager die voldoet aan de VLIF-voorwaarden dat zijn aanvraag zal worden gehonoreerd. Om dit bij een gelijkblijvend budget te kunnen garanderen, achtte de regering een lineaire daling van alle steunpercentages met twee procent noodzakelijk. Daarnaast beslist de Vlaamse regering om de steun voor de installatie van zonnepanelen te verlagen tot acht procent.
De definitie van landbouwer wordt op diverse vlakken gewijzigd om de toegang tot het VLIF verder te objectiveren, waarbij de focus wordt gelegd op actieve landbouwers. Daarom moet landbouw de belangrijkste beroepsactiviteit van de bedrijfsleider zijn, gelden bijzondere voorwaarden als het een vennootschap betreft en wordt 12.000 euro als minimumgrens gehanteerd voor het beroepsinkomen uit landbouwactiviteiten en als maximumgrens voor het beroepsinkomen uit niet-landbouwactiviteiten.
De bedrijfsactiviteiten diversifiëren naar bijvoorbeeld hoevetoerisme, thuisverkoop, of het produceren van hernieuwbare energie, wordt verder aangemoedigd, zolang de landbouwactiviteit de hoofdzaak blijft en de andere activiteit duidelijk gerelateerd is aan de landbouwactiviteit. Activiteiten zoals transport, handel, loonwerk en veehandel komen niet in aanmerking voor steun.
De voorwaarde van levensvatbaarheid wordt vervangen door de voorwaarde van minimale bedrijfsomvang. De minimale vereiste bedrijfsomvang wordt gedefinieerd als een minimum bruto bedrijfsresultaat per bedrijfsleider. Naast de bedrijfseconomische boekhouding worden voortaan ook de vennootschapsboekhouding of een bewijskrachtige fiscale boekhouding aangevuld met een balans aanvaard.
De nieuwe regelgeving treedt in werking voor dossiers ingediend vanaf 6 september 2010. Voor de dossiers die ingediend zijn na 6 september zal een voldoende lange periode worden voorzien zodat de aanvrager zich in orde kan stellen met de gewijzigde voorwaarden. Voor aanvragen van voor 6 september zijn de regels van toepassing die van kracht waren op het moment van de aanvraagdatum van het eerste luik. De administratie verzekert alleszins het nastreven van de continuïteit van de dossierafhandeling en de aanvraagprocedure.