Welles-nietes over sojaproblematiek in Amazonegebied
nieuws"Zes jaar geleden begon mijn grond omsingeld te worden door sojaboeren uit de zuidelijker gelegen deelstaat Mato Grosso", zegt Pimentel. Net als 500 andere boerenfamilies moesten ze finaal hun zaak aan de agro-industrie verkopen en noordwaarts verkassen, naar de Amazonehaven Santarém. Langs de half geasfalteerde BR-163 of 'sojasnelweg', die dwars door het oerwoud loopt, blijven de migranten intussen toestromen. Volgens Greenpeace is intussen 1,2 miljoen hectare woud gerooid om plaats te maken voor de lucratieve boon.
Kop van Jut voor de natuurbeschermers en boeren zoals Pimentel is Cargill, dat een reusachtige overslaginstallatie neerpootte in Santarém. De infrastructuur werd zonder voorafgaand milieueffectenrapport gebouwd en is ook volgens het Braziliaanse gerecht illegaal, schrijft Lode Delputte. Cargill ontkent dat het de regels niet volgde bij de bouw van de terminal.
Volgens Greenpeace zijn niet alleen de mensenrechten van de autochtone familiale boeren in het geding. In het Amazonegebied zou ook sprake zijn van slavernij. Arme dorpsbewoners worden met paradijselijke beloften naar verre boerderijen gelokt, waar hun papieren in beslag genomen worden en ze voor een habbekrats, soms onder dreiging van vuurwapens, aan het werk gezet worden. In Pará trof de Braziliaanse regering in 2004 liefst 2.475 zulke slaven aan. Cargill stelt dat Greenpeace nog niet reageerde op verzoeken om bewijsmateriaal over de slavenarbeid aan te dragen.