Voedselagentschap roept op tot waakzaamheid en kalmte

Het Voedselagentschap werkt verder aan een verfijning van alle preventieve maatregelen die dienen tot het voorkomen van het binnenbrengen van het vogelgriepvirus in de professionele pluimveehouderij. Het doel is zoveel mogelijk contacten te vermijden tussen de pluimveestapel en zowel potentieel besmette wilde vogels als met personen en materiaal die het virus kunnen overbrengen. Dat meldt het agentschap in een persmededeling.

Een aantal maatregelen gelden in alle bedrijven terwijl andere maatregelen zich specifiek richten naar bedrijven in de risicogebieden. Dat zijn gebieden binnen een straal van 1 km van rust- en doortrekplaatsen voor migrerende watervogels. Zo’n 230-tal bedrijven bevinden zich in een dergelijk risicogebied. Een beperkt aantal van deze bedrijven heeft een vrije uitloop.

Deze kippenhouders in risicogebied kregen van het Voedselagentschap een brief die stelt dat naast de voorziene serologische onderzoeken de bedrijfsdierenarts om de twee maanden op bezoek moet komen. Verder moeten de bedrijven die in deze gebieden gelegen zijn en beschikken over vrije uitloop het pluimvee binnen de gebouwen houden, tenzij er een ondoordringbare bedekking over de vrije uitloop opgesteld is.

Het Voedselagentschap vestigt er de aandacht op dat met deze bedrijven niets mis is. Zij vormen op dit moment geen bedreiging noch voor de volksgezondheid noch voor de voedselveiligheid, zo luidt het. Tot slot hamert het Voedselagentschap op het belang van een vroege detectie van eventuele vogelgriep. Bij twijfel over de gezondheidstoestand van de dieren worden zowel professionele pluimveehouders, als hobbyisten die vogels houden gevraagd zich meteen te wenden tot een dierenarts.

Voor de dierenartsen worden de komende weken studieavonden georganiseerd die hen op de hoogte zullen brengen van de actualiteit in verband met de vogelgriep en hen de nodige richtlijnen zullen geven in het geval van verdenkingen.