"Voedingsonderzoek moet correct geïnterpreteerd worden"
nieuwsHet Nutrition Information Center (NICE) waarschuwt voor de interpretatie van voedingsonderzoek. “Degelijk epidemiologisch onderzoek wordt maar al te dikwijls gereduceerd tot louter sensationele krantenkoppen die elkaar van dag tot dag tegenspreken”, klinkt het. Volgens NICE is er een belangrijke rol weggelegd voor voedingsvoorlichters die het publiek kunnen voorzien van correcte informatie.
De resultaten van epidemiologisch voedingsonderzoek halen steeds vaker het nieuws. “Aandacht voor het thema voeding en gezondheid kan mensen aanzetten tot gezondere eetgewoonten, maar de voorwaarde is wel dat de resultaten van die onderzoeken correct worden beschreven en geïnterpreteerd en vooral ook in de juiste context worden geplaatst. Maar daar knelt vaak het schoentje”, zegt NICE.
“Tegenstrijdige berichtgeving brengt de lezers in de war. Omdat ze niet meer weten wat of wie ze moeten geloven, dreigen ze af te haken”, meent het informatiecentrum. Daarom vraagt het meer aandacht voor de correcte interpretatie van voedingsonderzoek. Zo wijst NICE erop dat de epidemiologie de prevalentie en verspreiding van ziekten onder de bevolking onderzoekt. De voedingsepidemiologie tracht uit te zoeken wie er door een ziekte wordt getroffen en welke voedingsfactoren dit al dan niet in de hand werken. Hiervoor wordt vaak gebruik gemaakt van statistische analyses op grote databestanden.
In grote lijnen zijn er twee types van epidemiologisch onderzoek: observationeel of beschrijvend onderzoek en experimenteel of interventie-onderzoek. Observationeel onderzoek observeert de relatie tussen specifieke factoren en de gezondheid of ziekte bij een welomschreven groep personen. Bij experimenteel onderzoek of interventie-onderzoek worden opzettelijk condities gewijzigd met de bedoeling tot uitspraken te komen over de gevolgen van de interventie.
“Veel epidemiologisch onderzoek is observationeel onderzoek. Na een statistische analyse van de verzamelde onderzoeksgegevens vindt men mogelijk een significante relatie tussen een bepaald gezondheidsaspect en bepaalde eetgewoonten of de inname van bepaalde nutriënten. Maar een statistisch verband betekent niet altijd dat er een oorzakelijk verband is”, waarschuwt NICE. De verbanden kunnen immers louter toevallig zijn. Wel kunnen er nieuwe hypothesen over de relatie tussen voeding, gezondheid en ziekte geformuleerd worden die dan afgetoetst moeten worden via andere types onderzoek zoals interventie- of fundamenteel onderzoek.
Bovendien levert één onderzoek nooit alle antwoorden over de relatie tussen onze voeding en bepaalde gezondheidsaspecten. “Eén studie levert hoogstens een stukje van een ongelooflijk complexe puzzel. Onze gezondheid wordt niet alleen beïnvloed door voeding, maar bijvoorbeeld ook door genetische aanleg, de mate van fysieke activiteit en de leefomgeving. Verschillende individuele elementen kunnen ook interageren en dus samen of gecombineerd van belang zijn. De effecten treden vaak ook pas op lange termijn op”, legt NICE uit.
Het voedingsinformatiecentrum ziet dan ook een belangrijke rol weggelegd voor voedingsvoorlichters die de feiten kunnen onderscheiden en ze in perspectief plaatsen. “Op basis hiervan kunnen ze het publiek voorzien van correcte maar eenvoudige en duidelijke voedings- en gezondheidsboodschappen”, luidt het.