Vleesvervanger moet niet per se lekker zijn
nieuwsVleesvervangers moeten vooral goed in een maaltijd passen. Dat is belangrijker dan of het produkt op zich lekker is of niet. Vleesvervangers hoeven ook niet per se op vlees te lijken, maar dat verlaagt wel de drempel. Dat stelde onderzoekster Hanneke Elzerman vast bij het uittesten van gerechten (rijst, spaghetti, maaltijdsoep en salade) met daarin vijf verschillende vleesvervangers waaronder quorn en tofu.
Elzerman ging na wat de invloed is van de complete maaltijd op de acceptatie van vleesvervangers door vleeseters. De resultaten van het onderzoek tonen volgens Elzerman duidelijk aan dat "de context van de maaltijd belangrijker is dan de smaak en textuur van losse producten". Een vleesvervanger moet naast smaken dus vooral passen bij het gerecht.
Dat is een belangrijke boodschap voor ontwikkelaars van nieuwe producten. "De aandacht richt zich nu vooral op losse producten. Maar als je die in een maaltijd eet, vallen verschillen weg", verklaart Elzerman. Zij adviseert productontwikkelaars om zich te richten op kant-en-klare maaltijden met vleesvervangers.
Volgens Elzerman hoeven vleesvervangers overigens niet per se op vlees te lijken. Maar om voor vleeseters de drempel te verlagen, is dat wel aan te raden. "Er is een groeiende groep consumenten die open staan voor vleesvervangers. Voor die groep moeten de vervangers enigszins op vlees lijken en op een bekende wijze bereid kunnen worden", zegt Elzerman. Vleeseters geven zich overigens niet zo maar gewonnen, erg lekker vonden de proefpersonen hun eten namelijk niet, geeft de onderzoekster nog mee.