Vlaamse landbouw krijgt apart ministerie
nieuwsDe regering-Dewael concretiseert daarmee de beslissing die ze in het begin van het jaar over de hervorming van de overheidsadministratie heeft genomen. De minister-president zei vrijdag op een persconferentie dat er signalen zijn geweest dat de hervorming voor sommigen niet hoefde, maar dat de politieke wil er is om ze uit te voeren.
Dewael beklemtoonde dat het niet de bedoeling is van de hervorming om de reorganisatie van de vorige Vlaamse regering helemaal over te doen en dat ze een betere dienstverlening tot doel heeft. De hele hervorming moet ook gepaard gaan met een meer flexibele organisatie en minder hiërarchische verhoudingen binnen de administratie.
De twee bijzondere commissarissen die met de uitvoering van de plannen werden belast, moeten nog vóór het einde van het jaar een voorontwerp van kaderdecreet uitschrijven. De Vlaamse regering geeft zichzelf de hele legislatuur om de hervorming uit te voeren zodat de volgende regeringsploeg met een nieuwe organisatie aan de slag kan.
Eens de hervorming rond zouden de Vlaamse ministers kunnen volstaan met een in omvang beperkt kabinet.
In de administratie zal worden afgestapt van de huidige matrixstructuur, met vertikaal zeven departementen met aan het hoofd telkens een secretaris-generaal en horizontaal een college van secretarissen-generaal.
In de plaats worden rond homogene bevoegdheidsdomeinen 13 ministeries opgericht met samenhangende beleidsdomeinen, wat ook de beheersbaarheid ten goede moet komen. Zo worden de taken van het huidige grote departement van leefmilieu en infrastructuur (dat momenteel zes beleidsdomeinen omvat en voor vijf verschillende ministers werkt) verdeeld over drie ministeries. In de nieuwe organisatie krijgt elk ministerie één politieke baas of minister.
De nieuwe bevoegdheden als gevolg van de staatshervorming zullen leiden tot afzonderlijke ministeries van financiën en begroting, landbouw, en buitenlands beleid en internationale samenwerking.
Het mandaat voor de hoofden van de departementen en agentschappen is beperkt tot twee termijnen van telkens zes jaar. Een en ander gaat ook gepaard met een nieuw verloningsbeleid. De hoofden samen vormen de beleidsraad, dat het belangrijkste orgaan wordt waar het beleid zal worden uitgeschreven en dat zal worden voorgezeten door de minister of zijn kabinetschef.