Trage omschakeling leghennenhuisvesting probleem in EU

Vanaf 2012 moeten alle leghennen in een verrijkte kooi of in een alternatief systeem worden gehuisvest. Vlaams volksvertegenwoordiger Jan Verfaillie (CD&V) vreest dat die tijdslijn te nauw bemeten is. Kris Peeters legt uit dat de Europese verplichting van 1999 dateert en de Vlaamse overheid pluimveehouders aanzette tot omschakelen. De trage omschakeling is in gans de EU een probleem.

Vlaams parlementslid Jan Verfaillie leidt uit de cijfers van een sectorstudie af dat halfweg dit jaar circa 60 procent van de Belgische leghennenbedrijven de dieren huisvest conform de Europese richtlijn die klassieke kooien verbiedt vanaf 2012. Zowat 130 leghennenbedrijven zullen hun huisvesting nog moeten aanpassen in de komende zes maanden. Gelet op het grote aantal bedrijven dat nog niet is omgeschakeld, wou Verfaillie van de minister-president weten of hij daarmee rekening kan houden, een overgangsperiode kan inlassen en het probleem kan aankaarten bij zijn federale en Europese collega's.

Kris Peeters herinnert er aan dat de sector twaalf jaar heeft gekregen om zich voor te bereiden op de omschakeling. "De Europese richtlijn dateert uit 1999 en bovendien is het bouwen of in gebruik nemen van niet-aangepaste kooien al verboden sinds 2003", verklaart Peeters. Hij beaamt dat een relatief groot aantal bedrijven de omschakeling nog moet maken en ziet eenzelfde situatie in de rest van Europa. "Naar schatting 45 procent van alle Europese leghennen bevindt zich nog in traditionele kooisystemen", illustreert Peeters.

De minister-president benadrukt dat de Vlaamse overheid al langer rekening houdt met de implementatie van deze Europese regels. "We hebben pluimveehouders aangezet tot omschakelen door te informeren via de brochure 'Huisvesting van leghennen' en via twee demoprojecten", zegt Peeters. "Bovendien kunnen pluimveehouders die willen omschakelen naar meer diervriendelijke huisvestingssystemen, investeringssteun krijgen via het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds."

Sinds 2007 zijn er 65 dossiers ingediend voor het bouwen of herinrichten van legkippenstallen met volière- of grondhuisvesting. Tijdens dezelfde periode werden er negen dossiers ingediend voor de betoelaging van pluimveestallen met verrijkte kooien. Bovendien werden er in 2011 nog drie dossiers ingediend voor ammoniakemissiearme opfokstallen met verrijkte kooien.

Wat de mogelijkheid van een overgangsperiode betreft, wijst Kris Peeters op de bevoegdheid van zijn federale collega Laurette Onkelinx wat dierenwelzijn betreft. "Zij zou een actieplan moeten uitwerken, met daarin de modaliteiten om het kooiverbod toe te passen", legt Peeters uit. Hij zal er op toezien dat een dergelijke regeling wordt uitgewerkt. Daarbij moet volgens Peeters vooreerst rekening worden gehouden met bedrijven die van goede wil zijn wat de omschakeling betreft. Maar hij zal ook in de gaten houden dat er rekening wordt gehouden met de economische situatie in de sector.

Parlementslid Verfaillie beaamt dat twaalf jaar een lange overgangsperiode is, maar stelt vast dat de toestand op het terrein met 45 procent niet omgeschakelde bedrijven enigzins anders is. "Wij moeten vermijden dat andere landen creatieve oplossingen uitwerken, terwijl wij volgens de regels werken", drukt Verfaillie zich voorzichtig uit. "Dit probleem moet goed opgevolgd worden opdat wij geen concurrentieel nadeel oplopen", besluit hij. Kris Peeters belooft day hij zijn Europese collega's zal aanspreken over de omschakeling aangezien het probleem in andere landen even groot is.