Tijdelijke inkomensdaling verhindert VLIF-steun niet
nieuwsMinister-president Kris Peeters voorziet geen problemen voor landbouwers die beroep doen op VLIF-steun, maar door een sectorcrisis dit jaar niet voldoen aan de inkomensvoorwaarde van 12.000 euro. “Zolang dit een tijdelijk gegeven is, dat zich oplost binnen de twee jaar, zal de steun hen niet ontzegd worden”, antwoordt hij op een parlementaire vraag van Jos De Meyer (CD&V).
Sinds vorig jaar is de toekenning van steun door het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) gekoppeld aan een ondergrens voor het landbouwinkomen van 12.000 euro. De sector maakt zich volgens De Meyer echter zorgen dat een aantal land- en tuinbouwers die ondergrens niet halen, door de crises waarmee ze afgelopen jaar geconfronteerd werden. Hij verwijst naar de varkenscrisis en de EHEC-crisis. “Toen we de VLIF-regeling aanpasten, konden we niet voorspellen dat dit ging gebeuren. Mijn vraag luidt nu hoe de minister op deze situatie zal reageren bij de toekenning van VLIF-steun”, aldus De Meyer.
Maar Peeters stelt gerust. Volgens hem is er geen probleem voor land- of tuinbouwers die tijdelijk niet aan de inkomensvoorwaarde kunnen voldoen. “In het verleden werd ook al begrip getoond wanneer die norm tijdelijk niet gerespecteerd kon worden, zowel in individuele noodsituaties als bij problemen op deelsectorniveau. De steun wordt niet stopgezet, tenzij het om een permanente situatie gaat. Wanneer binnen een termijn van twee jaar een voldoende inkomen kan worden aangetoond, zie ik geen problemen”, reageert hij.
Ook voor jonge landbouwers die om vestigingssteun vragen, geldt deze redenering. “Wanneer het halen van voldoende inkomen in principe geen probleem vormt, zal de eerste schijf van de vestigingspremie betaald worden zelfs wanneer het voldoen aan de voorwaarde nog niet formeel werd aangetoond.” Ook hier zal een tijdelijk individueel of sectorprobleem dus niet bepalend zijn voor het verkrijgen van steun.