Technologieplatform voor diervoedersector opgericht
nieuws"De directe aanleiding voor de oprichting van Eufetec zijn uitdagingen op het vlak van stofexplosie, arbeidsveiligheid, residuen en kruisbesmetting. Het gaat om dossiers die gebonden zijn aan Europese regelgeving en ook een Europese aanpak vereisen", zegt directeur-generaal Yvan Dejaegher van Bemefa in een gesprek met VILT. Daarnaast kampt de mengvoedersector ook met een gebrek aan gekwalificeerd personeel op de arbeidsmarkt. "Via e-learning willen we de opleiding van het personeel zelf invulling geven. Vanwege de complexiteit en kostprijs is het echter aangewezen om dit project in Europees verband te realiseren".
Met deze ideeën stapte Bemefa naar de Europese mengvoederfederatie en een aantal andere partners. "Onder meer de technische instituten uit Duitsland en Frankrijk hebben zich aangesloten bij het initiatief. Zij zijn met hun onderzoek het verst gevorderd op het vlak van kruisbesmettingen", zegt Dejaegher. Andere partners van Eufetec zijn Fefana, Frana, Cesfac de Hogeschool Gent, het ILVO, Wageningen Universiteit en de universiteiten van Piacenza en Nottingham. Om na te gaan welke de belangrijkste onderzoeksprioriteiten zijn voor de komende jaren werd een enquête georganiseerd in een 12-tal Europese landen.
Kwaliteit, veiligheid, versleping en residus van bepaalde moleculen zoals coccidiostatica in vlees, melk en eieren werden door de respondenten aangestipt als prioritaire onderzoeksthemas. "Verder blijkt dat de sterke stijging van de energie- en grondstofprijzen de voederindustrie dwingt tot een beter energiebeleid en tot het gebruik van alternatieve voedermiddelen als bron van eiwitten. Op gebied van opleiding en dienstverlening is er grote belangstelling voor arbeidsveiligheid en stofexplosie", zegt Dejaegher. "Met de resultaten van de enquêtes stappen we straks naar de Europese Commissie zodat we voortaan in aanmerking kunnen komen voor projectfinanciering".
Het is niet de bedoeling dat Eufetec erkend wordt als een apart technologieplatform voor diervoeder maar wel dat de organisatie als subgroep deel gaat uitmaken van reeds eerder door Europa erkende technologieplatformen in andere sectoren. "Op die manier kunnen we gebruik maken van bestaande contacten en structuren. De erkenning van een eigen platform zou nog eens twee à drie jaar duren".
Eufetec wordt gehuisvest in de kantoren van Bemefa en gaat van start met één voltijdse arbeidskracht. In het business plan staat ingeschreven dat er binnen de twee jaar een extra kracht zal aangeworden worden. Dat is geen overbodige luxe aangezien in de missie ingeschreven staat dat de organisatie niet alleen vernieuwend onderzoek moet stimuleren. Daarnaast gaat Eufetec ook praktische richtlijnen uitwerken en training organiseren. Tot slot moet de nodige dienstverlening opgezet worden om bedrijven te ondersteunen bij de implementatie van de richtlijnen op de werkvloer.
Of het initiatief ook belangrijke implicaties heeft voor Vlaamse landbouwers? "Zeker en vast", antwoordt Dejaegher. "Eén van de aandachtspunten is een Europese harmonisering van tolerantielimieten voor versleping. Als we daarna ook nog meer te weten komen over de transfer van allerlei residus van het voeder naar de eindproducten, kunnen we finaal ook tot uniforme normen komen voor vlees, melk en eieren. Die zijn er vandaag nog niet". Deze maand wordt in ons land alvast wetenschappelijk onderzoek opgestart rond residus in de pluimveesector.
"Maar we zouden er graag een Europees project van maken omdat de resultaten in andere landen dan makkelijker zullen aanvaard worden en omdat er dan ook fondsen ter beschikking kunnen komen voor onderzoek in de varkens- en rundveesector". Dejaegher hoopt dat er op het vlak van coccidiostatica in kipproducten dit jaar nog uniforme normen goedgekeurd worden in Europa. Daarna moet onder meer nog werk gemaakt worden van eengemaakte normen voor gemedicineerde voeders en genetisch gemodificeerde organismen.(KS)