"Stop idee dat dierenwelzijn afhangt van huisvesting"

Met drie debatten wil Fedagrim de volgende editie van de landbouwbeurs Agribex inluiden. Woensdag verzamelden een aantal belangrijke stakeholders in Tourinnes-la-Grosse om hun standpunt inzake dierenwelzijn te verdedigen. Het is al een hele stap vooruit dat we op een beschaafde manier met elkaar kunnen debatteren, luidde de eindconclusie van een aantal panelleden. Al gingen het ABS en Gaia op de valreep toch nog eens flink in de clinch.

Rond de tafel zaten twaalf panelleden die de belangen vertegenwoordigden van de boeren, de toeleveranciers, de overheid en de wetenschap. Ook Gaia tekende present. Enkel de distributiesector ontbrak. De discussie werd ingeleid door beelden van een hypermoderne stal vol modern koecomfort dat door fabrikanten op de markt wordt gebracht. "Blij dat de huisvesting steeds meer op punt wordt gesteld. Maar spreek niet over luxe. Dergelijke stallen voldoen gewoon aan de basisnoden van de runderen", aldus Gaia-voorzitter Vandenbosch.

Ethicus Dirk Lips ging nog een stap verder. "Dergelijk koecomfort is gewoon de norm voor hoogproductieve koeien. Dat betekent echter dat voor andere koeien de normen best wat lager mogen zijn. En hou vooral op te denken dat de huisvesting het dierenwelzijn bepaalt. De rol van de veehouder wordt in het debat over dierenwelzijn steevast over het hoofd gezien".

Volgens Jan Hulsen van het adviesbureau Vetvice lijden nogal wat boeren in min of meerdere mate aan bedrijfsblindheid. "Veehouders werken keihard in de eigen stal, maar dit maakt het juist moeilijk om signalen van de buitenwereld juist te interpreteren". De boerenorganisaties relativeerden deze stelling door te verwijzen naar de talrijke controles die veehouders vandaag ondergaan. Een blinde vlek in de bedrijfsvoering wordt daardoor heel snel opgespoord, aldus ABS-woordvoerder Hubert Willems.

Veva-voorzitter André Bracke draaide de redenering helemaal om. "Boeren hebben schrik om hun stal nog aan te passen omdat ze bakken kritiek moeten slikken van burgers wanneer die de plannen lezen op het obligate bordje langs de kant van de weg". Manu Misotten (Boerenbond) klonk dan weer minder pessimistisch: "Als veehouders kunnen we veel positieve maatregelen nemen voor het dierenwelzijn, ook in kleinere stallen. Denk aan goede verluchting, meer stro of grotere ligbedden".

Intussen is de wetenschap nog altijd op zoek naar objectieve criteria om het dierenwelzijn in de stal te meten. En over de interpretatie van het geleverde onderzoek bestaat ook niet altijd eensgezindheid. Dat bleek toen het verhaal opgedist werd dat in een proefhoeve van de Gentse universiteit de drachtige zeugen in groepshuisvesting heimelijk weer naar hun individuele boxen geslopen waren nadat de onderzoekers vergeten waren om de poortjes van de scharrelstal te sluiten. "Dergelijke bevindingen doen me vragen stellen bij de kwaliteit van ons onderzoek", sneerde Vandenbosch.

Of de politiek niet het voortouw moet nemen? Eric Van Tilburgh (FOD Volksgezondheid) en Philippe Cleiren (kabinet Laruelle) probeerden uit te leggen dat dit in ons land niet zo evident is. Op Europees niveau moet rekening gehouden worden met het schaakspel in de Wereldhandelsorganisatie. Bovendien is er een grote druk op het Europese landbouwbudget waardoor extra compensaties voor dierenwelzijn niet vanzelfsprekend zijn. In eigen land is de minister van Volksgezondheid bevoegd voor dierenwelzijn, maar de gewesten hebben nog heel wat in de pap te brokken. De federale vertegenwoordigers schoven de hete aardappel dan maar door naar Vlaanderen en Wallonië.

In het volgende nummer van geVILT leest u een dubbelinterview met Dirk Lips en Michel Vandenbosch.