Schaalvergroting zet zich fors door in Nederland

Het aantal land- en tuinbouwbedrijven in Nederland krimpt de komende tien jaar met dertig procent tot 30.000 stuks. Dat blijkt uit een onderzoek van het Landbouweconomisch Instituut (LEI) dat uitgevoerd werd in opdracht van landbouwminister Gerda Verburg. Niettemin zou de agrarische productie met 16 procent toenemen.

In vergelijking met 2005 zou het aantal melkveebedrijven bij onze noorderburen binnen tien jaar gehalveerd zijn. Dan zullen nog zo'n 10.000 melkveehouders overblijven. Onder invloed van de quotumverruiming zal de melkveestapel aanvankelijk groeien, om daarna terug te zakken naar het niveau van drie jaar geleden. De melkprijzen zullen volgens het LEI stijgen ten opzichte van de huidige situatie. Na 2015 zouden ze ook in rustiger vaarwater terechtkomen.

Ook in de intensieve veehouderij zet de schaalvergroting zich zeer sterk door. Het aantal bedrijven zou dalen van 7.200 in 2005 ton minder dan 2.900 in 2020. De prijzen voor vlees en eieren zouden het komende decennium stijgen in Nederland. De varkensstapel zou met tien procent krimpen, terwijl het aantal vleeskuikens en leghennen de komende jaren stabiel blijft of misschien zelfs lichtjes zal toenemen.

Voor tomaten, champignons en paprika wordt de komende tien jaar een lichte stijging van de productie verwacht, terwijl de teelt van komkommers een neerwaartse trend zal vertonen. Voor de Nederlandse siertelers lijken gouden tijden aan te breken. Zowel areaal als productie zouden tot 2020 flink stijgen. In de akkerbouw valt vooral de daling van het areaal zetmeelaardappelen met twintig procent op.

Omdat de toegevoegde waarde van de Nederlandse economie sneller toeneemt dan die van de land- en tuinbouw, krimpt het aandeel van de agrarische sector van 9 tot 7,4 procent. De tewerkstelling op de land- en tuinbouwbedrijven zal volgens het LEI tegen 2020 dalen met twintig procent.