"Ruilverkaveling boekt niet alleen voor landbouw winst"
nieuwsProjecten van ruilverkaveling en landinrichting kunnen meer dan tien jaar in beslag nemen. Vlaams volksvertegenwoordiger Jos De Meyer (CD&V) vroeg daarom een stand van zaken aan minister voor Leefmilieu en Natuur Joke Schauvliege (CD&V). Uit haar antwoord blijkt dat het Vlaams Gewest de afgelopen 10 jaar 58 miljoen euro investeerde in ruilverkavelingen en 30 miljoen euro in landinrichting.
Minister Schauvliege liet weten dat momenteel acht ruilverkavelingsprojecten in voorbereiding zijn en zeven in uitvoering. Wat de landinrichtingsplannen betreft, zijn er nog eens 38 inrichtingsplannen in voorbereiding en 28 in uitvoering. De laatste twee jaar werden maar liefst vier ruilverkavelingen en 10 inrichtingsplannen definitief afgerond. In die periode werd circa 5,6 miljoen euro besteed aan landinrichting en circa 12,5 miljoen euro aan ruilverkavelingen.
Landinrichting is een instrument voor de inrichting van de open ruimte. Het wordt gebruikt in landelijke gebieden, recreatiegebieden, woongebieden met een landelijk karakter en ontginningsgebieden. Door landinrichting wil men die gebieden zodanig inrichten dat alle facetten die in het gebied aanwezig zijn (milieu, natuur, landbouw, recreatie en cultuurhistorie), zich volwaardig kunnen ontwikkelen.
Ruilverkaveling wordt gebruikt om landbouwpercelen te herschikken binnen een afgebakend gebied. Hierbij wordt gestreefd naar aaneengesloten, regelmatige en gemakkelijk toegankelijke kavels om zo een rendabele en duurzame landbouwuitbating te bevorderen. Het instrument ruilverkaveling werd in de naoorlogse periode gecreëerd voor de ontwikkeling van de landbouwsector en de verbetering van de landbouwstructuren. In 1988 werd de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) belast met de uitvoering van ruilverkavelingsprojecten in Vlaanderen.
Ruilverkavelingsprojecten zijn volgens Schauvliege de laatste jaren geëvolueerd naar geïntegreerde projecten van plattelandsontwikkeling. “Deze evolutie volgt uit de veranderende maatschappelijke context waarbinnen de landelijke gebieden een steeds grotere diversiteit aan functies vervullen”, aldus Schauvliege.
De huidige realisaties van ruilverkaveling tonen volgens de minister de sterkte van het instrument: landbouw wordt nog steeds structureel verbeterd, maar dit gebeurt nu binnen een steeds complexer wordende context en bovendien is er ook winst voor andere sectoren zoals natuur en milieu, water, recreatie en erfgoed.
Volgens Schauvliege is die bredere maatschappelijke winst ook de toekomst van het instrument. “Ruilverkaveling mag niet als een exclusief landbouwinstrument worden gezien maar kan ook ingezet worden om in synergie doelstellingen van verschillende beleidsdomeinen mee te helpen realiseren”, aldus Schauvliege.
Voor het verder uitvoeren van ruilverkavelingsprojecten is een draagvlak binnen de landbouwsector weliswaar een noodzakelijke voorwaarde, benadrukt Schauvliege. In 2003-2004 werd via een persoonlijke enquête bij 71 landbouwers gepeild naar dat draagvlak. Bijna alle landbouwers waren toen te vinden voor het concept van een ruilverkaveling. Globaal genomen was ongeveer twee derden van de landbouwers tevreden over de uitgevoerde ruilverkaveling.
“Het garanderen van voldoende landbouweconomische baten blijft echter essentieel om een draagvlak te bekomen bij landbouwers voor de geïntegreerde aanpak van ruilverkavelingsprojecten”, benadrukt volksvertegenwoordiger De Meyer, “want landbouwers hebben het, zeer begrijpelijk, moeilijk met het afstaan van gronden voor de realisaties voor andere sectoren.”