Regeling overbruggingskredieten voor jonge boeren
nieuwsJonge land- en tuinbouwers die als gevolg van de economische crisis met liquiditeitsproblemen kampen, kunnen onder bepaalde voorwaarden van het Landbouwinvesteringsfonds een waarborg tot 80 procent bekomen op overbruggingskredieten. De kredieten in kwestie bedragen maximaal 70.000 euro, met een looptijd van drie jaar.
Het overbruggingskrediet is bestemd voor de financiering van operationele kosten, zoals de aankoop van veevoeders, meststoffen en bestrijdingsmiddelen. Land- en tuinbouwers die dergelijk krediet willen aanvragen moeten wel aan een reeks voorwaarden voldoen. Zo moet het brutobedrijfsresultaat van het laatste boekjaar minstens 25 procent lager liggen dan dat van het voorgaande of het gemiddelde van maximum drie voorgaande.
Het moet ook gaan om bedrijfsleiders die minder dan 15 jaar gevestigd zijn als land- of tuinbouwer en daardoor geen reserves konden opbouwen. Bovendien mogen de beroepsinkomsten uit niet-landbouwactiviteiten niet hoger zijn dan 10.000 euro. Daarnaast zijn er nog een aantal voorwaarden inzake kredietwaardigheid die moeten vervuld worden.
Gedurende de looptijd van het krediet kan geen nieuwe VLIF-steun verkregen worden voor investeringen, tenzij de financiering ervan de terugbetaling van het overbruggingskrediet niet in gevaar brengt. De aanvrager gaat ook de verbintenis aan het bedrijf nog minstens drie jaar voort te exploiteren. Aanvragen kunnen via erkende banken tot eind dit jaar ingediend worden.
De maatregel kadert in het herstelplan van uittredend landbouwminister Kris Peeters. De voorbije maanden werd onder meer 25 miljoen euro versneld in de landbouwsector gepompt.