"Positief effect beheerovereenkomsten hier wel bewezen"

De Europese Rekenkamer bracht recent een kritisch rapport uit over het agromilieubeleid na een doorlichting in acht lidstaten. “In Vlaanderen werd het positieve effect van beheerovereenkomsten op de natuurlijke en biologische kwaliteit wel aangetoond in diverse studies”, laat minister van Leefmilieu en Natuur Joke Schauvliege weten aan Vlaams volksvertegenwoordiger Bart Martens (sp.a).

Volgens Schauvliege hebben vooral natuurgerichte beheerovereenkomsten een direct effect op de biodiversiteit. Dit geldt ook voor de steunmaatregelen gericht op biolandbouw. “Maar ook de beheerovereenkomsten erosiebestrijding, groenbedekking en mechanische onkruidbestrijding dragen indirect bij tot het terugdringen van biodiversiteitsverlies”, aldus de minister.

Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) voerde in 2010 een onderzoek uit naar de impact van maatregelen uit het programmeringsdocument plattelandsontwikkeling (PDPO) op de biodiversiteit. “Daaruit bleek dat er een positieve correlatie bestaat tussen de indicatoren voor biodiversiteit en het voorkomen van directe maatregelen zoals de beheerovereenkomsten voor akker- en weidevogels, perceelsrandenbeheer, botanisch beheer en kleine landschapselementen”, zegt Schauvliege. Deze monitoring zal nog twee extra jaren voortgezet worden om het duidelijke effect te kunnen aantonen.

Ook de tussentijdse evaluatie van PDPO II toonde de positieve impact van de beheerovereenkomsten op de verbetering van het milieu aan. Een studie van IDEA Consult berekende dat er in 2009 door de inzet van onder andere erosiebestrijding en groenbedekking een bodemverlies van 6,8 procent werd vermeden. Bovendien werd er in 2009, mede door de inzet van de beheerovereenkomst Water, 4 miljoen kilogram stikstof input vermeden naar de bodem, de grond en het oppervlaktewater.

In het Interreg-project SOLABIO heeft Vlaanderen de afgelopen twee jaar geëxperimenteerd met maatregelen op het terrein voor biodiversiteit en landschap. “Mede dankzij dit project werden een aantal beheerovereenkomsten, bijvoorbeeld die voor akker- en weidevogels, grondig geëvalueerd en waar nodig bijgesteld”, aldus Schauvliege. “Bovendien worden er samen met de landbouwers nieuwe pakketten uitgetest. Ik denk bijvoorbeeld aan bloemenranden, zoomvegetaties aan bosranden, weidevogelranden en zo meer. De resultaten hiervan zullen meegenomen worden bij de invulling van de beheerovereenkomsten in PDPO III.”