Plattelandsbewoners leven niet gezonder

nieuws
Of je nu buiten woont, bijvoorbeeld in het Limburgse Peer, of in een stadsgebied zoals Wilrijk of Hoboken aan de zuidrand van Antwerpen, voor je gezondheid maakt dat weinig uit. Zowel de inwoner van Peer als zijn Vlaamse buur in Hoboken of Wilrijk ondergaat de gevolgen van milieupollutie. En die zijn, alhoewel niet onmiddellijk rampzalig, toch zorgwekkend. Dat is de conclusie van een studie die uitgevoerd werd in opdracht van de Vlaamse regering.
21 november 2000  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:25
Of je nu buiten woont, bijvoorbeeld in het Limburgse Peer, of in een stadsgebied zoals Wilrijk of Hoboken aan de zuidrand van Antwerpen, voor je gezondheid maakt dat weinig uit. Zowel de inwoner van Peer als zijn Vlaamse buur in Hoboken of Wilrijk ondergaat de gevolgen van milieupollutie. En die zijn, alhoewel niet onmiddellijk rampzalig, toch zorgwekkend.

Dat is de conclusie van een haalbaarheidsstudie, uitgevoerd tijdens dit en vorig jaar, naar de invloed van het milieu op de gezondheid. Daarvoor is een onderzoeksgroep gevormd met daarin de vier Vlaamse universiteiten, het Provinciaal Instituut voor Hygiëne van de provincie Antwerpen en de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). De studie is uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse regering.

"Onze bedoeling was het meten van zogenaamde biomerkers bij een gezonde populatie", zegt prof. dr. Robert Vlietinck van het Centrum Menselijke Erfelijkheid van de faculteit Geneeskunde van de KULeuven. De prof gaat er van uit dat vervuiling van het milieu, d.w.z. van lucht, water en bodem, via de verontreiniging van voeding, drinkwater en ingeademde lucht, tot een inwendige dosis aan polluenten in het lichaam leidt. Deze polluenten kunnen biologische effecten veroorzaken; sommige ervan kunnen mogelijk bijdragen tot gezondheidsschade.

Voor het onderzoek maken de wetenschappers gebruik van 'Biomerkers'. Dat zijn meetinstrumenten voor ofwel de inwendige dosis aan polluenten (biomerkers van blootstelling) ofwel voor de biologische effecten in het lichaam (biomerkers van effect). Vlietinck benadrukt dat de biomonitoring is gebeurd door meting van biomerkers bij gezonde mensen ("Het onderzoek was niét opgezet als een screening van individuele personen om ziekten op te sporen") en dat de concrete bronnen van vervuiling niet werden opgespoord.

Biomerkers werden voor de bepaling van de recente blootstelling gemeten bij 200 jongeren (100 uit Peer, 42 uit Wilrijk, 58 uit Hoboken). Voor de mogelijke opstapeling van vervuilende stoffen in het lichaam bij 101 mannen tussen de 21 en de 40 jaar (51 uit Peer, 28 uit Wilrijk, 22 uit Hoboken) en 200 vrouwen tussen de 50 en de 65 jaar (100 uit Peer, 39 uit Wilrijk en 61 uit Hoboken). Volwassenen die rookten of beroepsmatige blootstellingen hadden, of nog maar kort in de streek woonden, mochten niet deelnemen aan het onderzoek om de resultaten niet te beïnvloeden. De studie van de voedingsgewoonten was beperkt tot een vragenlijst.

Er werden blootstellingsmerkers gemeten voor 4 soorten polluenten, namelijk zware metalen, polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAKs), vluchtige organische stoffen (VOS) en persistente organochloorpolluenten (POPs). Zware metalen zijn afkomstig van de non-ferro industrie, maar ook van verkeer, sigarettenrook, loden buizen. PAKs zijn afkomstig van verbrandingsprocessen: verkeer en industriële uitstoot, maar ook van gebakken en gerookte voeding en sigarettenrook. VOS zijn vooral afkomstig van verkeer (petroleumproducten) en industrie. Bij de POPs zijn dioxines afkomstig van industriële verbranding, van verwarming van gebouwen; blootstelling verloopt vooral via de voeding.

Pesticiden vinden we in de landbouw, maar ook in huis-, tuin-, en keukengebruik.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek