Peeters vraagt sereen debat over glastuinbouwzones

Uit het landbouweffectenrapport (LER) voor glastuinbouwzones in Sint-Katelijne-Waver en Putte blijkt dat de ontwikkeling van ruimte voor glastuinbouw zeer omzichtig zal moeten gebeuren gezien het intensieve land- en tuinbouwgebruik in het gebied. Ook mag de zone de kansen voor de vollegrondsgroenteteelt niet in gevaar brengen. Dat liet minister-president Kris Peeters weten.

In 2002 kwamen de Vlaamse overheid en de glastuinbouwsector overeen dat er jaarlijks zo’n 100 hectare van het areaal vernieuwd moet worden om de noodzakelijke verduurzaming in de sector te verwezenlijken. Die verduurzaming op vlak van energie- en watervoorziening, milieunormen en voedselveiligheidseisen vergt heel wat investeringen en daarom gaat die meestal gepaard met een belangrijke schaalvergroting.

Om dit mogelijk te maken werd in 2003 het Vlaams Actieplan Glastuinbouw opgesteld met drie evenwaardige sporen. Enerzijds zou er gemikt worden op de uitbreiding van bestaande bedrijven op aanpalende percelen. Anderzijds zouden er macrozones gecreëerd worden waar de ontwikkeling van glastuinbouw wordt gestimuleerd. Tenslotte zouden glastuinbouwbedrijven geclusterd worden in nieuw aan te leggen glastuinbouwbedrijvenzones.

In 2007 heeft de Vlaamse regering beslist om in de regio Neteland extra mogelijkheden te creëren voor glastuinbouw. In de regio Sint-Katelijne-Waver en Putte, een gebied dat in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen als een gebied met zeer veel potentieel voor de ontwikkeling van nieuwe glastuinbouwbedrijven naar voren wordt geschoven, is men momenteel nog in de eerste studiefase.

“Dit betekent dat men nog onderzoekt of één of meerdere van onze drie beleidssporen zouden kunnen ingezet worden”, legt Peeters uit. “Belangrijk hierbij is dat het lopende onderzoek vooral peilt naar de haalbaarheid en gevolgen op de omgeving van de mogelijke ontwikkelingen. Het is dan ook de bedoeling dat dit proces in de toekomst wordt verder gezet, maximaal rekening houdend met de draagkracht van het gebied en de opportuniteiten die de omgeving van Sint-Katelijne-Waver biedt voor andere land- en tuinbouwactiviteiten en recreatie.”

Tegelijk pleit de minister-president ook voor een sereen debat op basis van reële feiten en cijfers en waarbij de argumenten van alle betrokkenen op een serene manier worden afgewogen. Daarmee reageert Peeters op acties van het buurtcomité en lokale partijpolitieke ruzies over het dossier. Volgens hem blijkt uit de studie dat de ontwikkeling van een glastuinbouwzone in de regio hoe dan ook zeer omzichtig zal moeten gebeuren.

Peeters verzekerde de begeleidende stuurgroep van het dossier dat met de nu beschikbare gegevens van het LER maximaal rekening zal worden gehouden bij het verder verloop van het voorbereidende onderzoek. “Het finaal doel is de opmaak van een gewestelijk Ruimtelijk Structuurplan”, klinkt het.