Peeters vindt locatie voor slib uit Zeescheldegebied
nieuwsJaarlijks slibben de Vlaamse bevaarbare rivieren op een natuurlijke manier aan. Het baggeren van rivieren is noodzakelijk voor een vlotte binnenvaart, maar ook voor het tegengaan van overstromingen en voor het saneren van de waterbodem. Geschikte bergingsplaatsen voor baggerspecie zijn schaars, niettegenstaande de grote nood. Totnogtoe heeft het gebrek aan geschikte bergingscapaciteit ertoe geleid dat de waterwegen in Vlaanderen sedert geruime tijd niet of nauwelijks uitgebaggerd worden, wat zorgt voor een historisch deficit en nu een inhaalbeweging noodzakelijk maakt.
Peeters pleit voor een geïntegreerde aanpak waarbij in eerste instantie aandacht wordt besteed aan preventie en recyclage. Bijzondere aandacht gaat daarbij naar erosiebestrijding als preventie om vooral landbouwgrond uit onze rivieren en kanalen te weren. De tweede piste is het hergebruik waar mogelijk van slib dat milieuhygiënisch in orde verklaard wordt.
Recentelijk zette Peeters de sinds 2002 lopende studieopdracht naar mogelijke locaties voor de slibstorten stop. In plaats daarvan wordt nu een overeenkomst afgesloten met de NV Argex over het gebruik van haar terrein langs de Schelde in Kruibeke en Zwijndrecht voor de berging van baggerspecie. "Hierdoor ontstaat een oplossing gedurende een periode van 10 à 15 jaar voor het uitvoeren van onderhoudsbaggerwerken en het wegwerken van de historische achterstand voor het niet-maritieme deel van de Zeeschelde, de Dijle en de Neten, het Zeekanaal Brussel-Schelde, het Kanaal Leuven-Dijle en de Dender", aldus Peeters.