Ook buiten rampgebied kan gewasschade vergoed worden

Vlaams volksvertegenwoordiger Karlos Callens (Open VLD) vroeg klaarheid aan federaal landbouwminister Sabine Laruelle omtrent de vergoeding van de schade van aardappeltelers die getroffen werden door de extreme weersomstandigheden. Uit haar antwoord blijkt dat wie geen vergoeding uit het Rampenfonds krijgt, toch vergoed kan worden mits een aantal voorwaarden.

Voordien maakte minister-president Kris Peeters (CD&V) in de landbouwcommissie van het Vlaams Parlement al duidelijk dat telers kunnen rekenen op het algemeen rampenfonds. Open VLD-er Karlos Callens kreeg van minister Laruelle (MR) meer duidelijkheid omtrent de precieze voorwaarden voor vergoeding.

Laruelle verklaarde dat het rampenfonds tussenkomt in schade aan teelten door de zware regenval en overstromingen tussen 11 en 17 november 2010 en producenten wiens gronden gelegen zijn in de streken die gedefinieerd zijn in het KB van 26 november 2010. Wiens schade niet specifiek verbonden is aan de watersnood tussen 11 en 17 november of indien de akkers niet gelegen zijn in de geografisch afgebakende gebieden, kan toch vergoed worden door de schade te laten erkennen als landbouwramp.

Daarvoor moet tegelijkertijd aan drie voorwaarden worden voldaan. Het voorval dat de schade veroorzaakte, moet een uitzonderlijk karakter hebben of een onvoorziene intensiteit. Het natuurfenomeen moet een totale schade hebben veroorzaakt die 1,24 miljoen euro overschrijdt (met een gemiddelde per dossier hoger dan 5.580 euro). Als derde en laatste voorwaarde moet het opgelopen verlies minstens 30 procent bedragen van de brutoproductie van een normaal jaar.

Meer info: KB omtrent de afbakening van het rampgebied