NGO's hekelen Europese exportsubsidies voor graan
Omdat de Commissie vreest voor nieuwe graanoverschotten als gevolg van de grote graanoogst en de lage dollarkoers komen er exportsubsidies voor de uitvoer van 2 miljoen ton graan. Eerder hekelde de Australische minister van Handel deze handelsverstorende maatregel die in tegenspraak is met het engagement van de grootmachten in de schoot van de Wereldhandelsorganisatie om een uitdovingsbeleid te hanteren voor exportrestituties. De Vlaamse NGO's vrezen dat het gaat om een proefballon die zal gevolgd worden door gelijkaardige maatregelen voor grotere hoeveelheden.
Ze zijn er bovendien van overtuigd dat exportsubsidies over het algemeen nog een te groot aandeel van de Europese landbouwsubsidies uitmaken. Ruim de helft van dergelijke subsidies gaan naar grote agrofirma's en niet naar de boeren. Exportsteun geeft ook uitdrukking aan de impasse van het Europees landbouwbeleid dat steeds meer gericht is op een competitieve en exporgerichte landbouw zonder rekening te houden met de structureel lage wereldmarktprijzen, zo luidt het verder nog.
De NGO's vragen zich af waarom de Europese graanoverschotten niet gebruikt kunnen worden als veevoeder. In dat geval zou Europa minder soja moeten invoeren waardoor het internationale nutriëntenonevenwicht zich kan herstellen. De absurde en energieverslindende veevoederhandel zorgt vandaag voor een verarming van de bodem in de Derde Wereld en overbemesting van de bodem hier. In beide gevallen moet kostelijke technologie de scheve situatie rechttrekken. Het kan duurzamer en eenvoudiger door de mest te laten waar het veevoeder geproduceerd wordt en door extra eiwithoudende gewassen in de EU te telen, aldus de drie NGO's
Die kunnen zich best vinden in de kritiek die federaal minister Vande Lanotte onlangs uitte over het hoge Europese landbouwbudget. Maar in de plaats van verkwistende subsidiemechanismen moet wel een duurzaam landbouwmodel komen met kostendekkende prijzen voor landbouwproducten, stellen Wervel, Vredeseilanden en Oxfam Solidariteit. Daartoe is een systeem van aanbodbeheersing nodig en ontwikkelingslanden moeten het recht krijgen om hun lokale markten voor strategische voedingsproducten af te schermen met douanetarieven, klinkt het tot slot.