nieuws

Landeigenaars werpen zich op als partner op platteland

nieuws
Landelijk Vlaanderen, de vereniging van bos-, land- en natuureigenaars, presenteerde op haar ledenvergadering in Melsbroek een 'Handleiding voor de privé-landbeheerder' die een gids moet vormen in de wirwar van regelgeving. Tijdens een debat over privaat landbeheer vroegen de landeigenaars om erkend te worden als actor in het natuur- en plattelandsbeheer.
27 mei 2011  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:59
Lees meer over:

Landelijk Vlaanderen, de vereniging van bos-, land- en natuureigenaars, presenteerde op haar ledenvergadering in Melsbroek een 'Handleiding voor de privé-landbeheerder' die een gids moet vormen in de wirwar van regelgeving omtrent landbeheer en -gebruik, subsidiëring, fiscaliteit, enz. Tijdens een debat over privaat landbeheer vroegen de landeigenaars om erkend te worden als actor in het natuur- en plattelandsbeheer.

Philippe Casier, voorzitter van Landelijk Vlaanderen, bekent dat landeigenaars zich wantrouwig durven opstellen omdat zij weinig vertrouwd zijn met de regelgeving, projecten, instrumenten en betrokken organisaties in het buitengebied. Met de 'Handleiding voor de privé-landbeheerder' wil hij een inleidend antwoord geven op de vragen van de leden en hen doorverwijzen naar (overheidswebsites met) gestuctureerde en up to date informatie. De vernieuwde website van Landelijk Vlaanderen wil een aanvullende leidraad zijn.

Landelijk Vlaanderen wil landbeheerders in de dialoog met de overheid en andere plattelandsactoren vertegenwoordigen. "Aangezien de Vlaamse overheid niet alles in eigen beheer kan klaarspelen, vraagt zij de steun van de private landeigenaars", zegt Casier, "wat een kentering is want de landbeheerders waren als actor verdwenen in het plattelandsbeleid, dat gedomineerd wordt door landbouwers en natuurorganisaties." Hij vraagt om een landgoed te beschouwen als een kleine onderneming die door de jonge generatie 'landondernemers' economisch en ecologisch uitgebaat moet worden.

Bert Vanholen van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) erkent de waarde van het overlegmodel en geeft toe dat Landelijk Vlaanderen in het verleden vergeten werd. Vanholen maakt zich sterk dat alle partners in het buitengebied vandaag wel goed betrokken worden bij het Natura 2000-proces, dat 62 speciale beschermingszones aanduidt in Vlaanderen. Hij wordt daarin bijgetreden door Casier die ruiterlijk toegeeft dat de instandhoudingsdoelstellingen een voorbeeld zijn van hoe de dialoog omtrent natuur- en plattelandsbeleid altijd zou moeten lopen.

Een stap verder dan overleg met de landeigenaars, is hen ondersteunen om de natuurdoelstellingen te behalen. "In het verleden ging veel overheidsgeld naar de aankoop van gronden die weinig doelgericht was, maar vooral inging op aangeboden kansen", zegt Geert Bruynseels van het Dienstencentrum voor Bosbouw. "Intussen kijkt de overheid verder dan de eigen organisatie en erkent zij dat het ondersteunen van de bestaande eigenaar de meest optimale aanwending van middelen kan zijn", meent Bruynseels.

Volgens Vanholen zijn bepaalde natuurtypes moeilijk particulier te beheren, maar is dit voor het merendeel van de gebieden inderdaad de beste optie. "Bij goed beheer door de eigenaar wordt het voorkooprecht ten behoeve van het ANB niet uitgeoefend", zegt Vanholen. Vandaag gebeurt die afweging op ad hoc basis, wat Landelijk Vlaanderen doet pleiten voor het instellen van een aantal criteria die een objectieve afweging mogelijk moeten maken.

Waar de landeigenaars vandaag betrokken zijn bij Natura 2000, is dat niet het geval bij het AGNAS-proces waarin overlegd wordt over de planologische uitbreiding met 40.000 ha natuur en 10.000 ha bos. Toon Denys, gedelegeerd bestuurder van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), repliceert dat de eigenaars niet in de kou blijven staan dankzij de kapitaalschaderegeling. "De vergoeding van eventuele schade door afbakening natuur is echter nog onvoldoende gekend", geeft Denys toe.

Volgens de bestuurder van VLM introduceert het nieuwe decreet Landinrichting meer flexibile instrumenten om aan landbeheer te doen. "Landeigenaars worden een nieuwe doelgroep van de beheerinstrumenten", zegt Denys, "zodat het afsluiten van beheerovereenkomsten tot de mogelijkheden gaat behoren, net als een vergoeding via een dienstenovereenkomst of via de vestiging van een erfdienstbaarheid." Volgens Landelijk Vlaanderen is de nood aan samenwerking tussen actoren groot, net zoals er ook vraag is naar geïntegreerde beheerplannen, beheerinstrumenten voor landeigenaars en ondersteuning van privé-beheer.

In Vlaanderen komt jaarlijks 10.000 hectare landbouwgrond vrij uit pacht, maar in veel gevallen wordt geen nieuwe pachtovereenkomst afgesloten. "In Nederland is de reguliere pacht teruggelopen van 50 naar 20 procent van de landbouwgrond", waarschuwt René de Bont van de Nederlandse Federatie Particulier Grondbezit. "In de plaats komen erfpacht, wat de boer langer zekerheid biedt, maar ook 'zwarte' pacht wat op lange termijn de bodemvruchtbaarheid niet ten goede komt", meent de Bont.

Volgens Johan Verstrynge, afdelingshoofd Duurzame Landbouwontwikkeling, zijn er in België geen concrete plannen om de Pachtwet aan te passen. "De laatste belangrijke aanpassing dateert van 20 jaar geleden", zegt Verstrynge, "maar een aantal evoluties wijzen er op dat een bijsturing best overwogen wordt." Hij benadrukt dat het niet de bedoeling mag zijn de Pachtwet te ondergraven omdat "de kapitaalintensieve land- en tuinbouwsector nood heeft aan bescherming".

Anderzijds erkent Verstrynge dat overbescherming in het nadeel van de landbouwer kan spelen. "Zo krijgen veel voormalige pachtgronden paardenliefhebbers als nieuwe gebruikers om de pachtwet te omzeilen", illustreert hij. Een mogelijke stimulans opdat eigenaars hun gronden zouden verpachten aan landbouwers, kan een vrijstelling van successierechten zijn, meent Verstrynge. Een andere denkpiste noemt hij hogere pachtprijzen voor een langdurige pacht.

In zijn slottoespraak pleit Philippe Casier voor een kenniscentrum 'privé-landbeheer' naar analogie van het kenniscentrum van de jagers, die als beheerders van de fauna veel gelijklopende belangen hebben met de landeigenaars die zich opwerpen als beheerders van de flora. "Landbouwers worden fors gesubsidieerd vanuit het Europees landbouwbeleid, terwijl ook natuurverenigingen structureel ondersteund worden", zegt Casier, "zodat de landeigenaars, maar ook de overheid, gediend zouden zijn met een bescheiden kenniscentrum inzake privé-landbeheer."

"Privaat landbeheer heeft de toekomst voor zich want het biedt een heel belangrijke meerwaarde voor het bewaren van de ons nog resterende open ruimte en de instandhouding van het landbouwareaal", drukt minister-president Kris Peeters, tevens bevoegd voor plattelandsbeleid, zijn steun uit. Landeigenaars nemen die beheertaak met veel passie op zich en kwijten zich van die taak zonder veel overheidsmiddelen, toont Peeters zich erkentelijk. "Als overheid moeten wij daar niet alleen veel respect voor hebben, maar deze overgave ook ondersteunen en verder enthousiasmeren", aldus Peeters.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek