nieuws

Landbouwers schatten hun inkomensrisico hoog in

nieuws
Hoewel de vertrouwensindex van de Belgische landbouw dit jaar is gestegen, maakte Landbouwkrediet bij de voorstelling duidelijk dat de volatiliteit van prijzen en de stijging van productiekosten het optimisme temperen. Voor het eerst polste Landbouwkrediet ook naar het imago van de landbouwers. De meerderheid van de burgers toont een grote appreciatie voor onze boeren.
25 juli 2011  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:00
Lees meer over:

Hoewel de vertrouwensindex van de Belgische landbouw dit jaar fors is gestegen, maakte Landbouwkrediet bij de voorstelling duidelijk dat de volatiliteit van prijzen en de stijging van productiekosten het optimisme temperen. Voor het eerst polste Landbouwkrediet ook naar het imago van de landbouwers. De meerderheid van de burgers toont een grote appreciatie voor onze boeren.

In Vlaanderen blijft de varkens- en pluimveehouderij zorgen baren als gevolg van de negatieve prijsvorming. Maar op de meeste landbouwbedrijven zorgt de stijging van de verkoopsprijzen voor een meer gezonde financiële balans. "In vergelijking met 2009 daalde het aantal landbouwers met liquiditeitsproblemen van 36 naar 20 procent", illustreert Christine Lambert. De stijging van de verkoopsprijzen speelt vooral in de akkerbouw- en melkveesector.

De stijging van de productiekosten woog de afgelopen 12 maanden op het financieel resultaat van landbouwbedrijven. Vooral de stijging van energie- en meststoffenprijzen, gevolgd door een stijging van de veevoederprijzen worden vermeld als de sterkste stijgers onder de productiekosten. Als belangrijkste oorzaken van de toename van de prijs- en inkomensvolatiliteit noemen landbouwers de schommelingen in de productiekosten op het eigen bedrijf en de invoer van landbouwproducten van buiten Europa.

Het inkomensrisico wordt (zeer) hoog ingeschat. Daarom probeert men zich te beschermen via een brandverzekering, het aanleggen van financiële reserves en de spreiding van investeringen in de tijd. Vooral in Wallonië trachten landbouwers het risico ook af te dekken door middel van een verzekering tegen natuurrampen, het afsluiten van teeltcontracten en prijsgarantiecontracten in de veehouderij of de verkoop van de eigen oogst op de termijnmarkt. "De laatste jaren hebben wij meermaals gewaarschuwd voor de te sterke toename van de volatiliteit van de prijzen", zegt Luc Versele, CEO van Landbouwkrediet. "Langzaam maar zeker zien wij dat een aantal landbouwers maatregelen neemt om dit risico te beheersen."

Opvallend is ook dat Waalse boeren (35% van de ondervraagden) de reflex hebben om samen te werken voor het delen van de kosten, terwijl in Vlaanderen slechts 22 procent deel uitmaakt van een samenwerkingsverband. In de toekomst zullen Vlaamse boeren hun Waalse collega's mogelijk bijbenen want 91 procent van de ondervraagden in Vlaanderen is overtuigd dat ze moeten samenwerken om hun belangen beter te verdedigen.

Het inkomen van de partner of een eigen aanvullend inkomen is absoluut noodzakelijk om rond te komen voor één landbouwersgezin op vijf. In Vlaanderen zijn er op 39 procent van de bedrijven andere inkomsten dan die uit de landbouwactiviteiten, terwijl dit in Wallonië op 48 procent van de bedrijven het geval is. Toch kijken Waalse landbouwers veel optimistischer naar de toekomst dan Vlaamse boeren aangezien 35 tegenover 26 procent gelooft dat de toekomst van de landbouw er binnen vijf jaar beter zal uitzien.

In het licht van de afschaffing van het melkquotum in 2015 en de verplichte groepshuisvesting van zeugen vanaf 2013, werden melkvee- en varkenshouders bevraagd over hun toekomstplannen. De meerderheid van de melkveebedrijven (66%) wil zijn melkquotum nog uitbreiden, terwijl slechts 12 procent denkt aan stoppen. In de zeugenhouderij is maar 38 procent van de nog niet overgeschakelde bedrijven van plan dit alsnog te doen. Dit betekent dat meer dan helft van de varkensbedrijven zonder groepshuisvesting van de zeugen hoogstwaarschijnlijk zal (moeten) stoppen met zeugenhouderij. Landbouwkrediet adviseert de beleidsmakers om alleszins regelmatig en transparant te communiceren over geplande maatregelen zodat elke betrokkene zich op tijd kan voorbereiden.

Van het gemeenschappelijk landbouwbeleid verwachten landbouwers dat het de voedselvoorraden veiligstelt volgens hoge standaarden. In Vlaanderen rekent men vervolgens op het veiligstellen van voldoende voorraden en op de derde plaats rechtstreekse inkomenssteun. In Wallonië komt rechtstreekse inkomenssteun op plaats twee en het behoud van productiequota op plaats drie. Landbouwers zijn heel verdeeld over wat er met de premies gaat gebeuren, al verwachten de meesten dat de landbouwsubsidies in beperkte mate zullen dalen.

Tot slot stelt Landbouwkrediet vast dat landbouwers opnieuw positiever naar hun sector kijken en zij zich kunnen verheugen op een positief imago bij de consument. Niet alleen de landbouwers zelf, maar ook consumenten zijn het erover eens dat landbouwers hard werken, voedsel van hoge kwaliteit produceren, productief en belangrijk zijn en betrokken in hun gemeente, maar ook dat ze klagen over hun inkomen.

Voor het brede publiek zijn landbouwers niet verantwoordelijk voor de stijging van de voedselprijzen en krijgen ze ook niet altijd eerlijke prijzen voor hun producten. Een minderheid van de burgers vindt dat landbouwers teveel subsidies krijgen of teveel overlast veroorzaken. "De Belgische consument erkent het intensieve werk van onze landbouwers en twijfelt in ieder geval niet aan de hoge kwaliteit van het geproduceerde voedsel", besluit de bank, die ook in de toekomst een betrouwbare partner van de land- en tuinbouwers wil blijven.

Meer info: Vertrouwensindex landbouw 2011

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek