"Landbouweconomie staat voor heel wat uitdagingen"

“De landbouweconomie kan een belangrijke bijdrage leveren aan het begrijpen en implementeren van beleidsproblemen en – oplossingen. In toenemende mate liggen de oplossingen echter buiten het terrein van het landbouwbeleid waardoor landbouweconomen de samenwerking moeten opzoeken met andere disciplines”. Dat zei Wilfrid Legg van de OESO.
6 april 2010  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:54
Lees meer over:

“De landbouweconomie kan een belangrijke bijdrage leveren aan het begrijpen van beleidsproblemen en – oplossingen. In toenemende mate liggen de oplossingen echter buiten het terrein van het landbouwbeleid waardoor landbouweconomen de samenwerking moeten opzoeken met andere disciplines”. Dat zei Wilfrid Legg van de OESO op een conferentie van de Belgische Verenging voor Landbouweconomie.

Naar aanleiding van haar dertigste verjaardag organiseerde de Belgische Vereniging voor Landbouweconomie (BVLE) een debatavond over de uitdagingen voor de landbouweconomie. “Hiermee willen we ons niet alleen richten tot de vakspecialisten in de onderzoekswereld, maar ook tot diegenen die de landbouweconomie in de praktijk beoefenen, zoals mensen uit beroepsmiddens, ambtenaren, politici, leidende figuren uit de bedrijfswereld , studenten, enz.”, aldus Koen Carels, secretaris van BVLE.

Gastspreker was Wilfrid Legg, die bij de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) een belangrijke positie inneemt in het Directoraat Landbouw. Hij ziet een aantal domeinen waarbinnen landbouweconomie een actieve rol te spelen heeft: landbouwbeleid, handel in landbouwproducten, agrovoedingskolom, agrarische duurzaamheid en plattelandsontwikkeling.

Hoewel de OESO al een lange geschiedenis heeft in het bestuderen van het landbouwbeleid, blijven er volgens Legg nog een aantal lacunes. “De kosten en voordelen van alternatieve beleidsmaatregelen moeten grondig bestudeerd worden. Denk maar aan biobrandstoffen. Eerst werden ze volop gestimuleerd, nu worden ze volop in twijfel getrokken”, haalt de OESO-medewerker een van de actuele knelpunten aan.

Op vlak van handel in landbouwproducten heeft de liberalisering van de wereldhandel een invloed. “Het is belangrijk dat we weten welke gevolgen verschillende ‘liberale scenario’s’ teweegbrengen of waar de markt faalt, zeker in ontwikkelingslanden”, weet Legg. Op vlak van de agrovoedingskolom ziet hij onder meer een uitdaging voor landbouweconomen om te onderzoeken wel aandeel van consumentenuitgaven er terugvloeit naar de boer. Ook onderzoek naar de rol van speculatie op voedselprijzen vindt hij de moeite waard.

“Om de duurzaamheid van de landbouw te verbeteren, kan er nog onderzoek gedaan worden naar hernieuwbare energiebronnen en hun invloed op milieu en voedselprijzen. Ook de vraag naar het leveren van publieke goederen door de landbouw kan nog onderzocht worden, evenals de prijs ervan”, weet Legg. Tot slot ziet hij landbouweconomie ook een grote rol spelen in plattelandsontwikkeling. “Want hoewel landbouw maar een klein onderdeel vormt van de plattelandseconomie, is landbouw toch een grote gebruiker van platteland”, klinkt het.

Voor Legg is het duidelijk dat landbouweconomie ook in de toekomst van onschatbare waarde is om beleidsproblemen te begrijpen. Toch waarschuwt hij ervoor dat de landbouweconomie zich ook moet openstellen. “Steeds meer liggen antwoorden op problemen die zich voor de landbouw stellen, buiten het pure landbouwveld. Landbouweconomen moeten samenwerken met andere disciplines en op zoek gaan naar verbanden met bijvoorbeeld energie, financiële markten en andere beleid”, besluit Legg.

Tot slot waren een aantal andere sprekers aan het woord om de uitdagingen op Belgisch vlak te specificeren. Zo ziet ook federaal landbouwminister Sabine Laruelle het belang in van landbouweconomie. “De crisis die de sector de jongste tijd treft, verplicht ons om zonder taboes vragen te stellen over de toekomst. Als overheid is het belangrijk dat we het systeem van prijsschommelingen kunnen begrijpen om de landbouwers een stabiel inkomen te kunnen garanderen”, meent ze. “De landbouweconomie kan ook een bijdrage leveren aan onderzoek naar de prijsasymmetrie in de keten”.

Ook Boerenbondvoorzitter Piet Vanthemsche gaf de aanwezige landbouweconomen een aantal potentiële onderzoeksdomeinen voor de nabije toekomst mee. Zo is er nog heel wat onderzoek te verrichten naar marktreguleringsmechanismen. “De flat rate is in onze ogen pure onzin. Als we er nu mee akkoord gaan, zijn we in 2020 al ons geld kwijt”, meent Vanthemsche. Hij wil ook graag de verhoudingen in de agrovoedingsketen onderzocht zien. “Het zou interessant zijn om te achterhalen wat de impact is van de mededingingswet op de marktwerking”.

De landbouweconomie kan ook helpen om een gedragen Belgische visie op het EU-beleid te formuleren. "De Belgische landbouw heeft eigenlijk twee gezichten. In Wallonië halen de boeren 50 pct van hun inkomen uit het Europees landbouwbeleid, in Vlaanderen is dit maar 20 pct. Het is belangrijk dat er een model kan gevonden worden dat voldoende harmonisering en toch voldoende diversiteit garandeert”, aldus Vanthemsche.

Volgens Gil Houins, gedelegeerd bestuurder van het Voedselagentschap, hebben landbouweconomen nog maar weinig onderzoek verricht naar de economische aspecten van voedselveiligheid. “Ik zie heel wat domeinen waarin we de ondersteuning van de landbouweconomie kunnen gebruiken. Denk maar aan de economische gevolgen van dierziekten die overgedragen worden op mensen. Ook de economische gevolgen van normen en actielimieten zoals de nultolerantie voor ggo’s zijn nog onontgonnen terrein”, aldus Houins.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek