Kabeljauwbestand herstelt vlotjes in Baltische Zee
Binnenkort zullen vissers op de Baltische Zee opnieuw meer kabeljauw mogen bovenhalen. De Europese Commissie heeft het voorstel gelanceerd om de quota voor 2010 op te trekken. Met een hersteld visbestand in het vooruitzicht kunnen de quota in het oostelijk deel van de Oostzee met 15 procent toenemen tot 17.700 ton, aldus het dagelijks bestuur van de Unie.
Jarenlang werden de vissers in de Baltische Zee met dalende quota geconfronteerd, maar daardoor lijkt het tij stilaan te keren. Volgens de wetenschappers van de International Council for the Exploration of the Seas (ICES) is het bestand van de geslachtsrijpe kabeljauw ten oosten van Bornholm duidelijk gegroeid. Het steeg van ongeveer 66.000 ton tot ongeveer 140.000 ton eind vorig jaar.
Voor het westelijk deel van de Baltische Zee is de Commissie iets voorzichtiger. Daar wordt met het oog op volgend jaar een stijging van de vangstquota voor kabeljauw met negen procent voorgesteld. Intussen gaat het nog altijd bergaf met het haringbestand in de Baltische Zee. Dat is deels te wijten aan het feit dat de vangstquota voor dit jaar veel hoger zijn dan de wetenschappelijke aanbevelingen. Voor 2010 stelt de Commissie een daling van de quota voor met 15 tot 21 procent.
Bovendien wordt aan de Europese visserijministers voorgesteld om de zogeheten 'high grading' volledig aan banden te leggen in de Baltische Zee. Dat is het uitzoeken van de commercieel meest interessante vissen in de vangst, waarna de rest wordt teruggegooid. De meeste vissen overleven deze visserijpraktijk niet.
De EU-ministers zullen in oktober op basis van het voorstel van de Commissie over de vangstmogelijkheden in de Baltische Zee voor het komende jaar beslissen. Over de Noordzee en de Atlantische Oceaan vallen de beslissingen in december. In Europa is zo'n negentig procent van de visbestanden overbevist. In april heeft de Commissie het startschot gegeven voor een grondige hervorming van het Europese visserijbeleid.
